Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het terugsturen van negen gevluchte Noord-Koreanen naar hun eigen land (ingezonden 3 juni 2013).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van de grote zorg van mensenrechtengroepen over het lot van negen jonge Noord-Koreaanse burgers (15 tot 23 jaar), die na hun vlucht naar Laos zijn teruggestuurd – via China – naar hun eigen land?1 Hoe beoordeelt u dit bericht en de geuite zorg? Welke bijzondere risico’s lopen deze vluchtelingen?

Vraag 2

In hoeverre is het nog steeds de gewoonte van China om gevluchte Noord-Koreanen terug te sturen naar hun eigen land? Hebben de internationale contacten met China op dit punt iets opgeleverd in de afgelopen periode? Welke inspanningen heeft de internationale gemeenschap nog op stapel staan?

Vraag 3

In hoeverre kent ook Laos de praktijk om gevluchte Noord-Koreanen terug te sturen? Doet zich dit vaak voor? Voert de internationale gemeenschap overleg met Laos over deze handelwijze?

Vraag 4

Welke mogelijkheden ziet u – mede gelet op de bestendige praktijk van China – om het overleg hierover met China en zo mogelijk Laos te intensiveren?

Vraag 5

Welke mogelijkheden zijn er om Noord-Korea te bewegen om duidelijkheid te geven over de negen vluchtelingen en hen te behoeden voor vergelding? Bent u bereid om zich hiervoor – samen met onder meer de betrokken mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch – sterk te maken?


X Noot
1

De Volkskrant, 31 mei 2013

Naar boven