Vragen van de leden Dikkers en Van Dekken (beiden PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht dat weidegang niet noodzakelijk is voor weidepremie (ingezonden 28 mei 2013).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het bericht dat weidegang niet noodzakelijk is voor weidepremie?1

Vraag 2

Is het u bekend of de melk waarvoor wel een premie is ontvangen als «weidemelk» verkocht is?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de term «weidemelk» alleen zou mogen gelden voor melk van koeien die ook daadwerkelijk op het land lopen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het misleiding van de consument is wanneer er op het pak weidemelk staat, terwijl in de praktijk de verduurzaming van de stallen al voldoende is om een dergelijk predikaat te krijgen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat koeien in het Nederlandse landschap thuishoren en dat het voor de dieren beter is om zoveel mogelijk buiten te lopen? Zo ja, wat gaat u eraan doen om dit te bevorderen? Zo niet, waarom niet?

Vraag 6

Bent u bereid om met de betreffende bedrijven te spreken over de voorwaarden die aan een term als «weidegang' zijn verbonden? Zo ja, kunt u de Kamer op de hoogte stellen van de uitkomsten van dit gesprek? Zo niet, waarom niet?

Vraag 7

Ziet u naar aanleiding van dit bericht de noodzaak om voorwaarden te stellen aan het gebruik van termen als «duurzaam», «weidemelk» en «fair» aangezien er geen standaard geldende definities zijn en de consument niet weet aan welke standaarden het voeren van dergelijke termen dan voldoen? Zo ja, welke stappen ziet u voor zich? Zo nee, waarom niet?

Naar boven