Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over uitspraken van de directeur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) inzake toepassing van de discretionaire bevoegdheid in de zaak van een dorststaker uit Kameroen (ingezonden 27 mei 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de mededeling van de directeur van de IND dat in het geval van een dorststaker uit Kameroen de discretionaire bevoegdheid is toegepast op grond van nieuw bekend geworden gegevens?1

Vraag 2

Bent u bereid de Kamer vóór het eerstvolgende algemeen overleg over vreemdelingen- en asielbeleid middels een vertrouwelijk ter inzage te leggen brief inzicht te geven in het samenstel van de bijzondere (nieuwe) omstandigheden dat heeft geleid tot toepassing van de discretionaire bevoegdheid in deze zaak?

Vraag 3

Zo nee, waarom deelt u de mening niet dat de Kamer -op vertrouwelijke wijze- inzicht moet hebben in de manier waarop de discretionaire bevoegdheid wel of niet wordt toegepast, zoals overigens ook in andere zaken is gebeurd en zoals dat in lijn ligt van de controlerende taak van de Kamer?

Vraag 4

Bent u bereid deze vragen uiterlijk volgende week te beantwoorden? Zo nee, waarom niet?

Naar boven