Vragen van de leden Hilkens en Fokke (beiden PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de aanpak van overlast bij coffeeshops (ingezonden 27 mei 2013).

Vraag 1

Kent u het bericht «Verdeeldheid in driehoek Maastricht door drugs»?1

Vraag 2

Is het waar dat er binnen de driehoek in Maastricht verschil van mening bestaat over invallen bij coffeeshops? Zo ja, waaruit bestaat dit verschil van mening en welke verschillende opvattingen ten aanzien van de handhaving van de openbare orde en veiligheid enerzijds en het vervolgen van wetsovertreders anderzijds liggen daaraan ten grondslag? Zo nee, hoe moeten de uitingen van de burgemeester van Maastricht worden opgevat? Zo nee, wat is er dan niet waar aan het in het bericht gestelde?

Vraag 3

In hoeverre is er in Maastricht bij de handhaving van het ingezetenencriterium sprake van lokaal maatwerk?

Vraag 4

Is maatwerk ten aanzien van het ingezetenencriterium nog wel mogelijk in het geval het lokale gezag van de burgemeester ter zijde wordt gesteld door het Openbaar Ministerie (OM)? Zo ja, hoe dan? Zo nee, wat vindt u hiervan, mede in het kader van het regeerakkoord?

Vraag 5

Deelt u de mening dat er met betrekking tot de aanpak van coffeeshops sprake is van een onduidelijk lokaal beleid, nu de burgemeester en de lokale politiek een terughoudende aanpak voorstaan en het OM klaarblijkelijk niet? Zo ja, acht u dit ook onwenselijk? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Kunt u deze vragen gelijktijdig met de op 22 mei 2013 gestelde vragen beantwoorden?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Hilkens en Fokke (beiden PvdA), ingezonden 22 mei 2013 (vraagnummer 2013Z09925)

Naar boven