Vragen van de leden PaulusJansen (SP) en Monasch (PvdA) aan de minister voor Wonen en Rijksdienst over de naleving van de Woningwet en de Wet op het overleg huurders-verhuurder door WoonFriesland (ingezonden 3 mei 2013).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de Rechtbank Leeuwarden1 inzake het geschil tussen de Raad van Commissarissen (RvC) van woningcorporatie WoonFriesland (gedaagde) en Huurdersvereniging De Bewonersraad Friesland (HDBF, eiser)?

Vraag 2

Mag een toegelaten instelling via statutaire bepalingen2 het wettelijk recht van bindende voordracht voor twee leden van de raad van commissarissen door de huurdersorganisatie inperken?

Zo ja:

  • kunt u uw antwoord onderbouwen aan de hand van de wet en de wetgevingshistorie?

  • zijn er grenzen gesteld aan de inperking van het recht van voordracht?

  • onder welke condities mag de RvC een bindende voordracht naast zich neerleggen?

  • ziet u op grond van de uitspraak van de voorzieningenrechter in bovengenoemd geschil aanleiding om de wet te verduidelijken, waardoor volstrekte helderheid ontstaat over de reikwijdte van het recht van voordracht?

Vraag 3

Heeft een huurdersorganisatie op grond van enige bepaling in de Woningwet of de Wet op het overleg huurders verhuurder adviesrecht over het voornemen van een toegelaten instelling om de omvang van de RvC te wijzigen?

Zo nee:

  • onderschrijft u dat de invloed van de huurdersorganisatie via een bindende voordracht over de benoeming van twee leden in de RvC veel groter is in een RvC met vijf leden dan in een RvC met elf leden?

  • onderschrijft u dat hier feitelijk sprake is van een maas in de wet? Bent u bereid om de wettelijke bepaling aan te passen, zodat de huurdersorganisatie voortaan het recht van bindende voordracht heeft voor (tenminste) 40% van de leden van de RvC?

Vraag 4

Onderschrijft u dat een dwangsom van € 100 per dag, met een maximum van € 2.000, geen passende sanctie is voor toegelaten instellingen die handelen in strijd met de wet bij het (her)benoemen, dan wel het juist niet (her)benoemen van leden van de RvC? Welke mogelijkheden heeft u als toezichthouder voor volkshuisvesting om in dit soort situaties op te treden? Bent u bereid om deze in te zetten?

Vraag 5

Onderschrijft u dat de precieze invulling van de huurdersrechten bij de benoeming van leden van de RvC, alsmede maximale zittingstermijn, klip en klaar in de wet verankerd dienen te zijn en niet geregeld mogen worden via de Governancecode voor woningcorporaties?

Vraag 6

Hoeveel leden van raden van commissarissen van toegelaten instellingen overschrijden op dit moment de maximale zittingstermijn van acht jaar? Hoe treedt u op tegen toegelaten instellingen die geen boodschap hebben aan de afgesproken maximale zittingstermijn?

Vraag 7

Is het in de afgelopen twee jaar vaker voorgekomen dat de zittende raad van commissarissen van een woningcorporatie een bindende voordracht van de huurdersorganisatie naast zich neer legde? Zo ja, bij welke woningcorporaties?


X Noot
1

Vonnis Rechtbank Leeuwarden, sector civiel recht, d.d. 12 oktober 2012, zaaknr.121970/KG ZA 12–234

X Noot
2

Bijvoorbeeld over profielschets, procedure bij herbenoeming

Naar boven