Vragen van het lid Mei LiVos (PvdA) aan de minister van Economische Zaken over de biermarkt en het markt- en procedeergedrag van Heineken (ingezonden 2 mei 2013).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de berichtgeving over het markt- en procedeergedrag van Heineken?1

Vraag 2

Bent u bekend met de klachten dat Heineken nietsontziend te werk zou gaan, zich bedient van intimidatie van afnemers (caféhouders) en werknemers, eindeloos procedeert en bedrijven het faillissement induwt? Zo ja, hoe kwalificeert u dan het markt- en procedeergedrag van Heineken?

Vraag 3

Wat is uw reactie op de stelling dat het markt- en procedeergedrag van Heineken niet zakelijk is, maar dat de juridische dienst en de pr-afdeling op de persoon spelen, waarbij het zou gaan om «gekwetste Heineken ego’s»?

Vraag 4

Hoe verhoudt dit zich tot de eigen gedragscode van Heineken? Hoe verhoudt het markt- en procedeergedrag van Heineken zich tot maatschappelijk verantwoord ondernemen?

Vraag 5

Is de Autoriteit Consument & Markt (ACM) reeds begonnen met een onderzoek naar misbruik van de economische machtspositie (artikel 24 Mw) door Heineken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening dat er in de biermarkt sprake is van oligopolistische marktstructuur en zeer ongelijke machtsverhoudingen tussen brouwers en caféhouders? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Is het markt- en procedeergedrag van Heineken te bestempelen als «misbruik van recht»? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat de rechtsstaat niet een vehikel mag zijn om de mededinging te beperken of uit schakelen?

Vraag 8

In hoeverre valt Heineken onder de in november 2011 overeengekomen gedragscode voor de levensmiddelenindustrie, de zogenaamde «Principles of good practice»? In hoeverre is het markt- en procedeergedrag van Heineken hiermee in overeenstemming?

Vraag 9

Kan ook overwogen worden om de regels voor oneerlijke handelspraktijken, die sinds enige jaren gelden voor consumenten, uit te breiden naar bedrijven?


X Noot
1

Hoorn, F. van, «Stop de wurggreep van nietsontziend Heineken», in: De Volkskrant, 25 april 2013

Naar boven