Vragen van de leden Van Gerven en Ulenbelt (beiden SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over nieuwe technieken verwijdering van asbest (ingezonden 24 april 2013).

Vraag 1

Bent u bekent met de nieuwe techniek van asbestverwijdering?1

Vraag 2

Volgens welke regels en richtlijnen is deze techniek getoetst aan de Nederlandse praktijk?

Vraag 3

Kunt u de rapportages over de beoordeling van de nieuwe techniek van asbestverwijdering aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Garandeert u dat werknemers en omwonenden bij toepassing van deze techniek niet bloot zullen staan aan te hoge concentraties vrije asbestvezels?

Vraag 5

Hoe worden bij toediening van het schuim of de vloeistof de vrije vezels aan de achterkant van de asbestplaten, die vaak ontoegankelijk zijn vanwege bouwconstructie, onschadelijk gemaakt?

Vraag 6

Vindt de praktijkproef plaats in afgeschermde omgeving? Zo nee, hoe voorkomt u dan dat vrije asbestvezels zich gedurende de praktijkproef verspreiden?

Vraag 7

Wie houden er toezicht op de praktijkproef?

Vraag 8

Wanneer acht u de proef geslaagd en onder welke voorwaarden kan de nieuwe techniek worden toegepast als erkende werkwijze?

Vraag 9

Wat zijn de kosten van asbestverwijdering met deze nieuwe techniek en hoe verhouden die zich tot de huidige technieken?

Vraag 10

Wat zijn de producten waarmee de asbest gestabiliseerd wordt en wat zijn daarvan de effecten op volksgezondheid en milieu?

Vraag 11

Welke consequenties heeft het toepassen van de nieuwe techniek voor de eindverwerking van de daarmee verwijderde asbest?

Vraag 12

Welke consequenties heeft deze nieuwe techniek voor de wetten en regels rond asbestverwijdering, eindverwerking en arbeidsomstandigheden? Blijven ook hier de asbestinventarisatie en de eindcontrole met asbest vrijverklaring verplicht? Zo nee waarom niet?

Naar boven