Vragen van de leden Paulus Jansen (SP), Hoogland (PvdA) en De Rouwe (CDA) aan de ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu over aanleg en beheer van wandel- en fietsroutes (ingezonden 22 april 2013).

Vraag 1

Hoe staat het met de realisatie van de uitvoeringscontracten 2007–2013 met de provincies over de landelijke routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen? Worden alle afgesproken doelen naar verwachting gehaald?

Zijn er achterblijvers bij de provincies?

Vraag 2

Hoe zijn de financiering van Wandelnet (landelijk wandelplatform/beheerder Lange Afstand Wandelpaden (LAW-paden)) en het Landelijk Fietsplatform op dit moment geregeld en hoe is de continuïteit van het beheer van de landelijke wandel- en fietsroutes geborgd?

Vraag 3

In welke mate zijn Wandelnet en Fietsplatform afhankelijk van provinciale middelen? Is het waar dat provincies hun verantwoordelijkheid voor de regie van de provinciale wandel- en fietspaden zeer verschillend invullen? Zo ja, hoe is dit te rijmen met de wens om te komen tot een robuust landelijk netwerk van doorgaande wandel- en fietsroutes?

Vraag 4

Hoe heeft zich de afgelopen jaren het recreatief medegebruik van oevers van waterlopen ten behoeve van wandelaars en fietsers ontwikkeld? Zijn er cijfers over de groei van het aantal kilometers wandel-/fietspad in medegebruik bij de rijksoverheid (Rijkswaterstaat), waterschappen en derden?

Vraag 5

In hoeveel gevallen is recreatief medegebruik van geweigerd? Is er een vorm van beroep/arbitrage mogelijk in gevallen waarin door het weigeren van medegebruik een doorgaande wandel- of fietsroute ernstig aan kwaliteit inboet?

Vraag 6

Doet u gericht onderzoek1 naar de ontwikkeling van de doorsnijding van wandel- en fietspaden door nieuwe infrastructuur en het opwaarderen van bestaande infrastructuur?

Zo ja, kan voor de rijkswegen, de spoorwegen en de vaarwegen uit de realisatiefase van het MIRT worden aangegeven hoeveel wandel- en fietspaden zijn doorsneden? Bij hoeveel van deze doorsnijdingen was er sprake van een een LAW- of Landelijke Fietsroute (LF-route), een streekpad of een pad dat onderdeel vormt van het knooppuntennetwerk?

Zo nee, kan worden aangegeven hoe de geciteerde doelstelling uit de Nota Mobiliteit concreet ingevuld wordt? Is de minister van Infrastructuur en Milieu bereid om voortaan bij de jaarlijkse rapportage over het MIRT ook te rapporteren over de effectiviteit van flankerend beleid om wandel- en fietsroutes te beschermen tegen doorsnijding?

Vraag 7

Kunt u aangeven op grond van welke criteria «.... beheerders van wegen, spoorwegen en vaarwegen bij aanleg en aanpassing van infrastructuur een (mede)verantwoordelijkheid hebben voor het zoveel mogelijk in stand houden van kruisende routes voor fiets- en wandelverkeer»?2

Vraag 8

Loopt het project «Recreatie en overwegen» nog? Zo nee, is er een eindrapportage beschikbaar?

Vraag 9

Worden er, bijvoorbeeld vanuit het oogpunt van sociale veiligheid, eisen gesteld aan wandel- en fietspassages onder wegen en spoorwegen die sterk kostenverhogend werken? Zou het voor minder frequent gebruikte passages een optie zijn om een simpele, goedkope, prefab passage te ontwikkelen die overdag gebruikt kan worden door wandelaars/fietsers en 's nachts door het wild? Zo ja, bent u bereid om hier als grote opdrachtgever voor de aanleg van infrastructuur in het voortouw te nemen?

Vraag 10

Hoe staat het met de plannen om de Wegenwet in te trekken?

Vraag 11

Hoeveel procent van de landelijke fietsroutes (LF) en landelijke wandelroutes (LAW) zijn planologisch beschermd via wegenlegger of bestemmingsplan? Vindt u een deugdelijke planologische bescherming wenselijk en zo ja, hoe denkt u die op afzienbare termijn te verzekeren?

Vraag 12

Hoeveel ecoducten zijn opengesteld voor recreatief medegebruik door wandelaars en door fietsers?

Als dit veel minder dan 100% is: op grond van welke criteria wordt «....toeristisch-recreatief medegebruik van de robuuste verbindingen mogelijk gemaakt wanneer de natuurdoelstelling er niet onder lijdt»?3

Vraag 13

Hoe loopt de uitvoering van de Subsidieregeling netwerk landelijke wandelpaden? Welke verschillen zijn er bij de uitvoering van de regeling door de provincies? Tot wanneer is de financiering van de Subsidieregeling verzekerd?

Vraag 14

In hoeveel gevallen is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om wandelen op te nemen in een pakket voor agrarisch natuurbeheer? Hoe ontwikkelt het gebruik van deze optie zich in de tijd?

Vraag 15

In welke mate worden Brede Doel Uitkering (BDU) gelden ingezet voor fiets- en wandelvoorzieningen die (mede) een recreatief karakter hebben?


X Noot
1

«Voor de minister van V&W is met name de doorsnijding van wandel- en fietspaden door infrastructuur een punt van aandacht. In de Nota Mobiliteit is als essentieel onderdeel opgenomen dat alle beheerders van wegen, spoorwegen en vaarwegen bij aanleg en aanpassing van infrastructuur een (mede)verantwoordelijkheid hebben voor het zoveel mogelijk instandhouden van kruisende routes voor fiets- en wandelverkeer.», Kamerstuk 29 892 nr. 5 pag.1–2.

X Noot
2

Kamerstuk 29 892, nr. 5

X Noot
3

Kamerstuk 29 892, nr. 5, pag.5.

Naar boven