Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over veiligheidscontroles bij medische kinderdagverblijven (ingezonden 29 maart 2013).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het bericht dat de veiligheidscontroles bij medische kinderdagverblijven niet goed geregeld zijn?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de veiligheid van alle kinderen, en vooral van de meest kwetsbare, gewaarborgd moet zijn in medische kinderdagverblijven?

Vraag 3

Kunt u aangeven waarom de kwaliteitseisen voor reguliere kinderdagverblijven die de laatste jaren zijn aangescherpt, zoals de screening van werknemers en het vier-ogen principe, niet verplicht zijn voor medische kinderdagverblijven?

Vraag 4

Deelt u de mening dat voor medische kinderdagverblijven ten minste dezelfde kwaliteitseisen en veiligheidscontroles moeten gelden als voor de reguliere kinderopvang?

Vraag 5

Gelden er ook aanvullende kwaliteitseisen voor medische kinderdagverblijven omdat daar ook medische handelingen plaatsvinden?

Vraag 6

Kunt u aangeven wie toezicht houdt op medische kinderdagverblijven en wie verantwoordelijk is voor het uitvoeren van veiligheids- en kwaliteitscontroles bij deze kinderdagverblijven?

Vraag 7

Kunt u aangeven hoeveel veiligheids- en kwaliteitscontroles jaarlijks worden uitgevoerd bij medische kinderdagverblijven?

Vraag 8

Welke maatregelen kunt en wilt u nemen om ervoor te zorgen dat de veiligheid en de kwaliteit van medische kinderdagverblijven gewaarborgd zijn?

Vraag 9

Bent u voornemens om de Wet Kinderopvang van toepassing te laten zijn op medische kinderdagverblijven, omdat deze op dit moment niet onder die wet vallen?


X Noot
1

Trouw, donderdag 28 maart 2013

Naar boven