Vragen van het lid Van Dekken (PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over berichten vanuit Oostenrijk met betrekking tot signalen van matchfixing in Nederland (ingezonden 18 maart 2013).

Vraag 1

Kent u het bericht «Oostenrijkse wedkantoren willen onderzoek naar wedstrijden Eredivisie»?1

Vraag 2

Weet u dat via het waarschuwingssysteem van Oostenrijkse wedkantoren ook Nederlandse wedstrijden naar voren zijn gekomen in verband met ongewone wedtransacties? Zo ja, waarvan bent u op de hoogte? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Acht u het mogelijk dat de genoemde informatie uit Oostenrijk van belang kan zijn voor het lopend onderzoek over matchfixing in Nederland? Zo ja, hebben de onderzoekers deze gegevens tot hun beschikking of hoe kunnen zij die krijgen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hebben de onderzoekers naar matchfixing in Nederland contact met de in het bericht genoemde voormalige werknemer van de UEFA en onderzoeker van goksyndicaten? Zijn zij op de hoogte van zijn analyse dat een aantal Nederlandse voetbalwedstrijden verdacht zijn en nader onderzoek vergen? Zo nee, waarom niet? Kan deze analyse dan niet van belang zijn voor het onderzoek naar matchfixing in Nederland?

Naar boven