Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de publicatie «Medezeggenschap bij PPI is juridische gatenkaas» (ingezonden 8 maart 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Medezeggenschap bij PPI is juridische gatenkaas» van prof. mr. drs. Mark Heemskerk en mr. dr. Roland de Greef (hierna: de auteurs) en de daarop volgende vijf reacties in Pensioen en Praktijk1 over de betekenis en de reikwijdte van de medezeggenschap van de ondernemingsraad bij de premiepensioeninstelling?

Vraag 2

Deelt u de conclusie van de auteurs dat bij de totstandkoming van de medezeggenschap van de Ondernemingsraad bij de premiepensioeninstelling in artikel 23, vierde lid, Pensioenwet (de reikwijdte van) het instemmingsrecht van de ondernemingsraad niet tot nauwelijks is toegelicht? Zo nee, waar is die dan toegelicht?

Vraag 3

Deelt u de opvatting van de auteurs dat de formulering van de medezeggenschapsregels bij de premiepensioeninstelling in de Pensioenwet en/of het ontbreken van toelichting tot medezeggenschapslacunes en onduidelijkheden hebben geleid over de reikwijdte van het instemmingsrecht van de ondernemingsraad bij premiepensioeninstellingen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Is het volgens u geldend recht dat de ondernemingsraad van een werkgever die het voornemen heeft zijn pensioenovereenkomst onder te brengen bij een premiepensioeninstelling instemmingsrecht heeft over zowel de pensioenovereenkomst, die nog niet is ondergebracht, als over de uitvoeringsovereenkomst, dit gegeven de opvatting dat de Pensioenwet verklaart dat het instemmingsrecht van de ondernemingsraad uit artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden van overeenkomstige toepassing is wanneer een werkgever het voornemen heeft een pensioenovereenkomst onder te brengen bij een premiepensioeninstelling? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, waarover heeft de Ondernemingsraad in dit geval instemmingsrecht?

Vraag 5

Is het volgens u geldend recht dat de ondernemingsraad van een werkgever die het voornemen heeft zijn pensioenovereenkomst onder te brengen bij een premiepensioeninstelling instemmingsrecht heeft indien de werkgever het voornemen heeft de pensioenovereenkomst en/of uitvoeringsovereenkomst te wijzigen of in te trekken?2 Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, waarover heeft de ondernemingsraad in dit geval instemmingsrecht?

Vraag 6

Deelt u de conclusie van auteurs dat ondernemingsraden het zekere voor het onzekere kunnen nemen door de reikwijdte van hun instemmingsrecht bij premiepensioeninstellingen vast te leggen in een ondernemingsovereenkomst met de ondernemer? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Bent u, mede gelet op de uit de juridische vakliteratuur blijkende juridische onduidelijkheden, bereid om het instemmingsrecht van de ondernemingsraad van werkgevers die hun pensioenovereenkomst onderbrengen bij premiepensioeninstellingen te verduidelijken in de Pensioenwet of in de Wet op de Ondernemingsraden zodat alle betrokken partijen weten waar zij aan toe zijn?


X Noot
1

Prof mr. drs. M. Heemskerk, mr. dr.R.M.J.M de Greef, Medezeggenschap bij PPI is gatenkaas, Pensioen & Praktijk 2012–9; prof. dr. E. Lutjens, Instemmingsrecht OR bij PPI, Pensioen & Praktijk 2012–9; Prof mr. drs. M. Heemskerk, mr. dr. R.M.J.M de Greef, Instemmingsrecht OR bij PPI: rustig slapen of opletten?, Pensioen & Praktijk 2012–12; prof. dr. E. Lutjens, Instemmingsrecht OR bij PPI behoeft geen wetswijziging, Pensioen & Praktijk 2012–12; mr. dr. H. van Meerten, mr. H.W.P. van den Hout, Instemmingsrecht OR bij PPI: gatenkaas of zonneklaar?, Pensioen & Praktijk 2013–1; prof. mr. drs. M. Heemskerk, mr. dr. R.M.J.M de Greef, Instemmingsrecht OR bij PPI: goed geregeld of toch niet?, Pensioen & Praktijk 2013–1.

X Noot
2

Hoewel zulks niet rijmt met de bij de Pensioenwet in de hoofdlijnennotitie algemene pensioeninstelling (Kamerstuk 30 413, nr. 106, p. 8) geplaatste opmerkingen dat medezeggenschap eigenlijk vooraf gaat aan de contractuele onderbrenging bij de API en dat medezeggenschap na het besluit tot onderbrenging en gedurende de looptijd van het contract niet meer aan de orde is met de reikwijdte van de medezeggenschap bij de premiepensioeninstelling.

Naar boven