Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de minister en staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over hoogopgeleide arbeidsgehandicapten, die noodgedwongen in de Wajong terecht komen (ingezonden 22 februari 2013).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat een blinde jurist na drieënhalf jaar topadvocatuur weer thuis en in de Wajong zit?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het een gemiste kans is wanneer getalenteerde mensen door hun arbeidshandicap gedwongen zijn om thuis te blijven, omdat werkgevers het uiteindelijk toch niet aandurven om hen een baan aan te bieden?

Vraag 3

Wat is uw reactie op de ervaringen, die in het in vraag 1 vermelde artikel naar voren worden gebracht, waarbij de kans om met een arbeidshandicap bij de overheid te worden aangenomen niet veel groter is dan bij reguliere werkgevers?

Vraag 4

Wat is op dit moment het percentage arbeidsgehandicapten van het totaal aantal werknemers bij de overheid?

Vraag 5

Deelt u de mening dat uiterlijk bij de invoering van het quotum, dat u voornemens bent op vanaf 2015 stapsgewijs te introduceren, de overheid het goede voorbeeld dient te hebben gegeven en minimaal 5% van het werknemersbestand bij de overheid zou moeten bestaan uit arbeidsgehandicapten? Zo ja, wat bent u van plan daartoe te ondernemen? Welke maatregelen gaat u specifiek inzetten op het creëren van banen voor hogeropgeleide arbeidsgehandicapten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Herkent u het beeld dat het voor hoogopgeleiden moeilijker is om met een arbeidsgehandicapte samen te werken?

Vraag 7

Welke maatregelen kunt en wilt u nemen om werkgevers te stimuleren hun werkprocessen meer aan te passen op arbeidsgehandicapten?

Vraag 8

Deelt u de mening dat het beleid van de overheid en de werkwijze van het Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen (UWV) nu vooral gericht is op een arbeidsgehandicapte in zijn algemeenheid en weinig is gericht op specifieke doelgroepen?

Vraag 9

Deelt u de mening dat het voor het bepalen van de juiste aanpak voor het vinden van een passende functie niet beter zou zijn om een onderscheid te maken naar het soort handicap en het opleidingsniveau van de arbeidsgehandicapte?

Vraag 10

Op dit moment worden door het UWV vaak re-integratiebureaus ingezet voor de begeleiding van arbeidsgehandicapte werkzoekenden; bent u van mening dat het inzetten van een re-integratiebureau het juiste middel is om hoog opgeleide arbeidsgehandicapte personen te begeleiden naar werk?

Vraag 11

Deelt u de mening dat re-integratiebureaus niet altijd de juiste organisaties zijn om hoog opgeleide arbeidsgehandicapten te begeleiden?

Vraag 12

Deelt u de mening dat het beter zou zijn om specialisten op het vakgebied van de desbetreffende arbeidsgehandicapten in te zetten?

Vraag 13

Deelt u de mening dat arbeidsgehandicapten zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers aan het werk moeten komen op het niveau dat aansluit bij de eigen capaciteiten?

Vraag 14

Wat is uw reactie op de angst van de blinde jurist dat hoog opgeleide arbeidsgehandicapten via sociale werkvoorzieningsprojecten op werk gezet zouden kunnen worden, dat niet aansluit bij hun capaciteiten?

Vraag 15

Op welke manier gaat u zich ervoor inzetten dat hoger opgeleide arbeidsgehandicapten op een bij hen passend niveau bij reguliere werkgevers aan de slag kunnen, zodat er ook geen verdringing van lager geschoolde arbeidsgehandicapten plaatsvindt?

Vraag 16

Wat vindt u van de constatering in het genoemde artikel dat vanwege de lage inkomsten de blinde jurist uit noodzaak thuis bij zijn ouders inwoont?

Vraag 17

Bent u het eens met de constatering dat het voor groepen arbeidsgehandicapten, die (buiten hun eigen schuld) langdurig in de Wajong zitten, de beperkte inkomsten een te grote impact op de inrichting van hun (sociale) leven hebben? Zo ja, erkent u dat een verdere verlaging van de Wajong-uitkering in dit licht bezien onwenselijk zou zijn?


X Noot
1

Trouw, zaterdag 9 februari 2013, pagina 16

Naar boven