Vragen van het lid Merkies (SP) aan de staatssecretaris van Financiën over «belastingparadijzerij» (ingezonden 21 februari 2013).

Vraag 1

Kunt u aangeven hoe u de motie Van Vliet met betrekking tot het verwerpen van de kwalificatie belastingparadijs ten uitvoer wil gaan brengen?1

Vraag 2

Indien diegenen waarmee u in debat gaat Nederland een belastingparadijs vinden vanwege de rol die Nederland speelt in het faciliteren van belastingontwijking voor multinationals, welke kwalificatie moeten ze daar dan op plakken?

Vraag 3

Ontkent u dat Nederland een rol speelt in het faciliteren van belastingontwijking door multinationals?

Vraag 4

Mogen mensen volgens u zeggen dat Nederland een belastingparadijs is?

Vraag 5

Vindt u dat belastingparadijzen moeten worden bestreden? Zo ja, hoe?

Vraag 6

Bestaan er volgens u belastingparadijzen? Kunt u er minimaal één noemen?

Vraag 7

Wat is volgens u de definitie van een belastingparadijs?

Vraag 8

Deelt u de constatering dat de OESO er een definitie van belastingparadijzen op nahoudt, die er toe leidt dat er geen enkel land op de zwarte lijst van de OESO staat?

Vraag 9

Waarom verwijst u steeds naar de lege lijst van de OESO om aan te tonen dat een land geen belastingparadijs is?

Vraag 10

Indien u vindt dat de definitie van belastingparadijzen moet worden aangescherpt, bent u dan bereid daar zelf voorstellen voor te doen of wacht u af waarmee de OESO zelf komt?

Vraag 11

Wacht u als het gaat om belastingontwijking in alles de voorstellen van de OESO af of bent u ook zelf bereid proactief aan de slag te gaan? Zo ja, hoe?

Vraag 12

Wanneer u aangeeft dat preferentiële regimes moeten worden aangepakt, wat bedoelt u daar dan mee? Hoe moeten ze worden aangepakt?

Vraag 13

Hoe definieert u preferentiële regimes?

Vraag 14

Hoe verschilt een preferentieel regime van een belastingparadijs?

Vraag 15

Wat verstaat u onder het door u gebezigde «belastingparadijzerij»?

Vraag 16

Welke landen doen er aan belastingparadijzerij? Doet Nederland aan belastingparadijzerij?

Vraag 17

Bent u bereid de bovenstaande vragen apart te beantwoorden en niet bij de beantwoording te bundelen, om te voorkomen dat vragen onbeantwoord blijven?


X Noot
1

Kamerstuk, 25 087, nr. 35.

Naar boven