Vragen van het lid Krol (50PLUS) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gevolgen van de verhoging van de eigen bijdrage voor de AWBZ en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als gevolg van de introductie van de vermogensinkomensbijtelling (ingezonden 28 januari 2013).

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat uw ambtsvoorganger, staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner, is verzocht duidelijkheid te geven over de inkomenseffecten van de wetswijziging op 1 oktober 2012 en daarop heeft geantwoord1 dat cliënten die de hoogst mogelijke eigen bijdrage voor zorg met verblijf betalen er gemiddeld € 235 per maand op achteruit zouden gaan, en de dag na deze brief de Kamer over deze wet heeft gestemd, en dat inmiddels uit berichten blijkt dat mensen vele honderden euro’s meer moeten betalen dan de gemiddelde € 235? Deelt u de mening dat de Kamer met de brief van uw ambtsvoorganger over de inkomenseffecten onjuist is voorgelicht? Zo nee, waarom niet?

Vraag 2

Kunt u aangeven hoe iemand met alleen AOW en vermogen dat vast zit in een niet te verkopen huis, of vermogen dat vast zit in een deposito, aan zijn of haar betalingsverplichtingen inzake de eigen bijdrage AWBZ of Wmo kan voldoen?

Vraag 3

Bent u bereid de wet te corrigeren, nu blijkt dat de inkomenseffecten zeer schrijnend zijn?

Zo ja, bent u bereid dit met terugwerkende kracht te doen?

Vraag 4

Bent u bereid de uitvoering van de wet tijdelijk op te schorten, totdat er een oplossing is gevonden voor de buitenproportionele inkomenseffecten, waardoor voorkomen kan worden dat mensen zich ten onrechte in de schulden steken om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Leijten (SP), ingezonden 23 januari 2013 (vraagnummer 2013Z01128), en Van der Staaij (SGP), ingezonden 25 januari 2013 (vraagnummer 2013Z01334).


X Noot
1

33 204-18

Naar boven