Vragen van de leden Omtzigt (CDA), Voordewind (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het rapport van Human Rights Watch waaruit blijkt dat Syrische oppositiegroepen kerken plunderen (ingezonden 28 januari 2013).

Vraag 1

Kent u het rapport van Human Rights Watch waaruit blijkt dat Syrische oppositiegroepen kerken plunderen?1

Vraag 2

Is vast te stellen welke groepen verantwoordelijk zijn geweest voor deze plunderingen?

Vraag 3

Deelt u de analyse uit het rapport dat deze plunderingen aantonen dat het geweld in Syrië steeds meer sektarisch wordt en dat dit weinig hoop biedt voor de toekomstige positie van religieuze en etnische minderheden?

Vraag 4

Op welke manier zullen de bevindingen uit dit rapport worden besproken met de vertegenwoordigers van de Syrische oppositie?

Vraag 5

Deelt u de opvatting uit het artikel dat het bewust aanvallen van religieuze gebouwen die niet militair gebruikt worden, een oorlogsmisdaad is? Zo ja, deelt u de mening dat ook deze misdaden door het Internationaal Strafhof (ICC) zouden moeten worden onderzocht? Kunt u aangeven in hoeverre deze misdaden al onderdeel vormden van eerdere onderzoeken van het Strafhof?

Vraag 6

Is er in de brief aan de Veiligheidsraad, door Zwitserland geïnitieerd en mede door Nederland ondertekend, waarin werd opgeroepen tot een ICC-onderzoek naar Syrische oorlogsmisdaden, aandacht gevraagd voor aanvallen op kerken en andere religieuze heiligdommen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier?

Naar boven