Vragen van het lid Van Dekken (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de aanpak omtrent de Q-koorts (ingezonden 20 december 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Duizenden Zuid-Limburgers met antistoffen tegen Q-koorts»? 1

Vraag 2

Wat is uw oordeel over het feit dat er in Zuid-Limburg sprake was van 9000 Q-koortsbesmettingen, waarvan er maar 253 gemelde ziektegevallen zijn?

Vraag 3

Is bekend of zich inmiddels meer mensen uit Zuid-Limburg met besmetting van Q-koorts hebben gemeld bij artsen of de GGD?

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat de Q-koorts een erg groot probleem was in 2009, en dat nu nog steeds is en dat daarom continu nagedacht moet worden over de aanpak van bestaande en toekomstige uitbraken van Q-koorts? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Kunt u extra beleid formuleren (zoals bijvoorbeeld het instellen van een meldpunt)  waardoor er meer Q-koortsbesmettingen in de toekomst gemeld zullen worden, zodat deze blinde vlek in de omvang van deze ernstige ziekte voorkomen kan worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welk toekomstig beleid heeft u dan voor ogen?

Vraag 6

Wat is uw visie op het aantal mensen dat de Q-koorts draagt en last heeft van een mild ziekteverloop, waardoor zij tot jaren later te maken kunnen krijgen met een chronische vorm van Q-koorts?

Vraag 7

Is het doel van het beleid (en de daarvoor beschikbare € 10 miljoen) rondom de Q-koorts «het vertrouwen in de overheid te herstellen», en dient het beleid ook ter voorlichting van slachtoffers en ter voorkoming van problemen met Q-koorts in de toekomst? Zo ja, is het beleid voldoende gebleken om de slachtoffers adequaat bij te staan? Zo nee, waarom is het primaire doel van het beleid niet gericht op het waarborgen van de gezondheid van  mensen?


X Noot
1

AgriHolland. «Duizenden Zuid-Limburgers met antistoffen tegen Q-koorts», 15 december 2012.

Naar boven