Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het feit dat mannelijke Wajongeren vaker een baan vinden dan vrouwelijke (ingezonden 23 november 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Wajong én vrouw zijn is dubbele pech»?1

Vraag 2

Bent u op de hoogte van de inhoud van het rapport «Wat werkt bij Wajongers» van onderzoeker Anja Holwerda van het Universitair Medisch Centrum Groningen in samenwerking met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de conclusie dat de medische diagnose veel minder zwaar meetelt voor het vinden van een baan, maar dat de ouders en de eigen motivatie van de Wajongeren de doorslag geven?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het voor alle Wajongeren die kunnen werken, het ook wenselijk is om aan het werk te komen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het wenselijk is dat de omgeving van een Wajongeren hen stimuleert aan het werk te gaan, voor zover de gezondheid dat toelaat? Zo ja, op welke manier kan dit verbeterd worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Op welke manier besteedt het UWV aandacht aan «het zelfbeeld» van Wajongeren op het terrein van arbeidsmarktkansen?

Vraag 7

Op welke manier betrekt het UWV de ouders en de school van de Wajongeren bij de begeleiding naar de arbeidsmarkt?

Vraag 8

Welke rol kan het UWV spelen bij vergroting van het aantal vrouwelijke Wajongeren op de arbeidsmarkt?

Vraag 9

Bent u bereid met het UWV in overleg te treden over intensivering van het begeleiden van met name vrouwelijke Wajongeren naar de arbeidsmarkt? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Trouw, 22 november 2012

Naar boven