Vragen van het lid Maij (PvdA) aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over criteria voor het verstrekken van microfinanciering (ingezonden 22 november 2012).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de antwoorden op eerdere vragen over dit onderwerp aan de staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken?1

Vraag 2

Welke concrete «verbeterde instrumenten en monitoring» zet u op welke wijze in om «adequaat op te treden» tegen excessen in de microfinancierings-sector, zoals bij de LAPO Microfinance Bank, en deze te voorkomen?

Vraag 3

Op welke criteria en voorwaarden baseert u uw besluit om direct of indirect microfinancieringsinstellingen te ondersteunen en/of te financieren? Hanteert u specifieke criteria met betrekking tot rentepercentages en winstmaximalisatie?

Vraag 4

Welke criteria hanteren andere Nederlandse instellingen, zoals de Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO), die microfinancieringsinstellingen ondersteunen?

Vraag 5

Bent u voornemens de komende jaren meer budget vrij te maken voor microfinanciering en microfinancieringsinstellingen?2


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 392

X Noot
2

De tabel in het antwoord op vraag 8 suggereert dat de Nederlandse bijdrage voor microfinanciering en microfinancieringsinstellingen de afgelopen jaren is afgenomen van 56,3 mln euro in 2009 tot 24,8 mln euro in 2011.

Naar boven