Vragen van het lid Berndsen-Jansen (D66) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de hackplannen van de minister (ingezonden 14 november 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel in het Nederlands Juristenblad waarin ernstige kanttekeningen worden geplaatst bij uw plannen om de politie computers te laten hacken?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de kritiek in het artikel dat door het plaatsen van zogenoemde «policeware» op computers sprake is van een vorm van identiteitsdiefstal door opsporingsinstanties?

Vraag 3

Hoe beschouwt u de praktische problemen waar in het artikel op wordt gewezen, in het bijzonder ten aanzien van de rol van de rechter-commissaris die, gezien de digitale aard van hacking, niet als vergelijkbaar kan worden geacht met de «off line» werkelijkheid van huiszoeking?

Vraag 4

Hoe verhoudt het plaatsen van «policeware» op computers zich tot antivirussoftware waarmee ook «policeware» kan worden gedetecteerd op de computer/tablet/smart phone van burgers? Kan de antivirussoftware deze «policeware» gewoon verwijderen of bent u voornemens van antivirusbedrijven te eisen dat zij dergelijke policeware niet detecteren, vermelden en verwijderen en daarmee onvolledige bescherming bieden aan hun klanten?

Vraag 5

Wat vindt u van het idee om, net als in Duitsland, in wetgeving te expliciteren dat grondrechten van burgers, zoals bijvoorbeeld het recht op confidentialiteit en integriteit van eigen computersystemen, worden gewaarborgd en inbreuken onder specifieke omstandigheden vanuit dit uitgangspunt steeds gerechtvaardigd moeten zijn?

Vraag 6

Hoe beschouwt u de suggestie om in geval van criminele hackers over te gaan tot het reactief verstoren van de ICT-infrastructuur van aanvallers indien sprake is van een acuut bedreigende agressie?

Vraag 7

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voorafgaande aan het algemeen overleg in de Kamer over de nationale cyber security strategie op 29 november 2012?


X Noot
1

Nederlands Juristenblad, 9 november 2012, «Policeware»

Naar boven