Vragen van de leden Leijten en Kooiman (beiden SP) aan de minister en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat er steeds meer kinderen in de crisisopvang komen zonder goede hulp (ingezonden 30 oktober 2012).

Vraag 1

Wat is uw reactie het bericht dat het aantal kinderen dat in de crisisopvang terecht komt met hun ouders nog altijd toeneemt?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het zorgwekkend is dat steeds meer kinderen met hun ouders opgevangen worden in de crisis- en maatschappelijke opvang, dat er voor hen geen passende hulp voor handen is, en dat directe actie nodig is? Zo ja, wat is er de afgelopen jaren gedaan om te voorkomen dat ouders en hun kinderen in deze opvang terecht komen?

Vraag 3

Is het u bekend dat er in 2008 nog 7 574 kinderen werden opgevangen in de maatschappelijke opvang, en dat in 2010 dit er 8 791 waren? Wat is uw verklaring voor de voortdurende stijging van kinderen in de opvang?

Vraag 4

Hoe verhoudt de budgettaire korting in de jeugdzorg van € 36 miljoen zich straks tot de toenemende wachtlijsten in de jeugdzorg en de maatschappelijke opvang? Bent u niet bang dat deze bezuinigingen ervoor zullen zorgen dat de wachtlijsten in de jeugdzorg en de maatschappelijke opvang alleen maar meer zullen toenemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid deze korting te schrappen?

Vraag 5

Hoeveel kinderen staan er nu op de wachtlijst voor residentiële zorg? Welke zorg krijgen deze kinderen in de tussentijd geboden?

Vraag 6

Hoeveel gezinnen staan er nu op de wachtlijst voor maatschappelijke, crisis- en vrouwenopvang? Welke zorg krijgen deze gezinnen in de tussentijd geboden?

Vraag 7

In hoeverre zijn alle maatschappelijke, crisis- en vrouwenopvang aangesloten op de verwijsindex risicojongeren? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 8

Welke middelen en methoden gaat u aanwenden om te voorkomen dat kinderen en gezinnen in een crisis- of vrouwenopvang terecht komen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 9

Gaat u de methode «Veerkracht» bij alle maatschappelijke, crisis- en vrouwenopvang implementeren en op welke termijn? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 10

Op welke manieren wordt er (na)zorg geboden aan de gezinnen met kinderen die in een maatschappelijke, crisis- of vrouwenopvang hebben gezeten? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 11

Hoe groot zijn de verschillen in de bekostiging van maatschappelijke, crisis- en vrouwenopvang tussen de verschillende gemeenten? Kunt u uw antwoord zo specifiek mogelijk toelichten?

Vraag 12

Wat is uw mening over de uitvoering van de maatschappelijke, , crisis- en vrouwenopvang door centrumgemeenten, en waar ziet u mogelijkheden tot verbetering?

Vraag 13

Deelt u de mening dat de maatschappelijke opvang en de geestelijke gezondheidszorg nog in onvoldoende mate op elkaar aansluiten, ondanks de verbeteringen die er zijn geweest de afgelopen jaren? Kunt u uw antwoord toelichten?


X Noot
1

Metro, 29 oktober 2012, «Steeds meer kinderen in opvang geen goede hulp»

Naar boven