Vragen van de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het preferentiebeleid van zorgverzekeraars (ingezonden 24 oktober 2012)

Vraag 1

Deelt u de conclusie, getrokken door apothekers dat het preferentiebeleid van zorgverzekeraars te ver is doorgeschoten, en dat zorgverzekeraars te veel macht hebben gekregen inzake het geneesmiddelenbeleid?1 Zo neen, waarom niet?

Vraag 2

Is het waar dat door het preferentiebeleid de geneesmiddelenvoorziening ten behoeve van patiënten in gevaar is, nu bijvoorbeeld Brocacef heeft aangekondigd 1000 geneesmiddelen niet meer te kunnen of willen leveren?2

Vraag 3

Deelt u de mening dat bij de verzekeraars de plicht rust op een adequate wijze de geneesmiddelenvoorziening voor elke patiënt te borgen, zodat elke patiënt het medicijn kan krijgen dat hij of zij nodig heeft?

Vraag 4

Voldoen zorgverzekeraars thans aan deze plicht? Gaat u stappen ondernemen als zorgverzekeraars hun plichten in deze verzaken? Zo neen, wanneer acht het moment dan voor u daar om wel in actie te komen?

Vraag 5

Vindt u het acceptabel dat zorgverzekeraars op de stoel van de arts gaan zitten door bepaalde sterktes van voorgeschreven medicijnen, zoals codeïne 15 mg, niet meer te vergoeden?

Vraag 6

Wat is uw oordeel over het memo van verzekeraar Achmea over het preferentiebeleid? Gaat de verzekeraar hiermee niet op de stoel van de arts zitten, waarmee ook een principiële grens wordt overschreden?3

Vraag 7

Is het niet zo dat verzekeraar en apotheker in alle gevallen het voorgeschreven medicijn – indien de dokter aangeeft dat dit medisch noodzakelijk is – dienen af te leveren? Gebeurt dit ook in alle gevallen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 8

Is het waar dat apothekers gemiddeld wel 20 uur per week bezig zijn om het preferentiebeleid uit te leggen aan patiënten? Wat vindt u daarvan?

Vraag 9

Is het niet beter te komen tot één landelijk uniform beleid van alle zorgverzekeraars inzake het preferentiebeleid om de belasting die patiënten en apothekers ondervinden tegen te gaan? Zo ja, welke stappen gaat u hierin ondernemen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 10

Wat vindt u van het idee om de vergoeding van alle geneesmiddelen, waarvan het patent verlopen is, bijvoorbeeld met een vast percentage te verlagen, zodat het preferentiebeleid overbodig wordt, en tot een uniform systeem wordt gekomen, waarbij voor generieke medicijnen een redelijke prijs wordt betaald?

Vraag 11

Bent u bereid in het kader van de transparantie het nog steeds bestaande systeem van kortingen en bonussen bij apothekers af te schaffen, zodat volstrekt duidelijk wordt welke inkomsten apothekers genieten? Zo neen, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Bouwmeester (PvdA), ingezonden 24 oktober 2012 (vraagnummer 2012Z17937).


X Noot
1

Tros Radar 22 oktober 2012

X Noot
2

Persbericht Brocacef, 17 oktober 2012

X Noot
3

Memo Achmea: Medische noodzaak

Naar boven