Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over een Amerikaans rapport inzake gedragingen van Chinese telecombedrijven. (ingezonden 11 oktober 2012).

Vraag 1

Kent u het rapport van de inlichtingencommissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, waarin de Chinese telecombedrijven Huawei en ZTE worden beschuldigd van «cyberoorlogvoering» en «online spionage»?

Vraag 2

Zo ja, hoe beoordeelt u de inhoud van het rapport en welk oordeel hecht u aan de alarmerende conclusie dat de genoemde Chinese bedrijven een bedreiging vormen voor de Amerikaanse nationale veiligheid?

Vraag 3

Deelt u de mening dat in het rapport geen hard bewijs wordt geleverd voor de spionagepraktijken en dat alleen verwezen wordt naar niet nader gespecificeerde «merkwaardige of alarmerende incidenten» met apparatuur van Huawei en ZTE?

Vraag 4

Hebben zich ook in Nederland en in andere Europese landen waar genoemde bedrijven actief zijn, «merkwaardige of alarmerende incidenten» met die apparatuur voorgedaan? Zo ja, kunt u deze melden?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de Chinese reacties, die erop neerkomen dat het Amerikaanse rapport een onderdeel is van een politiek spel in de verkiezingscampagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen of een poging is om de markt af te schermen voor concurrentie?

Vraag 6

Zou dit rapport naar uw oordeel gevolgen moeten hebben voor de samenwerking van KPN (of andere Nederlandse bedrijven) met Huawei en ZTE? Zo ja, welke gevolgen zouden hieraan verbonden moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Bent u bereid deze kwestie voor te leggen aan de Cyber Security Raad, ten einde van deze raad een oordeel te ontvangen over eventuele bedreigingen voor de nationale veiligheid? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Bommel en Gesthuizen (beiden SP), ingezonden 10 oktober 2012 (vraagnummer 2012Z17095), en van de leden Ten Broeke, Hennis-Plasschaert en Verheijen (allen VVD), ingezonden 10 oktober 2012 (vraagnummer 2012Z17111)

Naar boven