Vragen van de leden Eijsink en Recourt (beiden PvdA) aan de ministers van Defensie en van Veiligheid en Justitie over de rechtsmacht over militairen die koopvaardijschepen tegen piraten beschermen (ingezonden 5 oktober 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Het Enrica Lexie-incident. Rechtsmacht over Militaire Vessel Protection Detachments (VPD's)»?1

Vraag 2

Acht u het mogelijk dat ook Nederlandse militairen die koopvaardijschepen tegen piraten beschermen en daarbij geweld toepassen, daarvoor door een andere staat strafrechtelijk vervolgd kunnen worden? Zo ja, onder welke voorwaarden en omstandigheden is dat mogelijk? Zo nee, waarin verschilt de positie van Nederlandse militairen dan van die van de in het artikel genoemde Italiaanse militairen?

Vraag 3

Wie heeft de rechtsmacht over Nederlandse militairen die aanwezig zijn op Nederlandse koopvaardijschepen? Kunt u daarbij ingaan op de rechtsmacht in territoriale wateren van een kuststaat, de exclusieve economische en de aangrenzende zones van een kuststaat en de rechtsmacht buiten die wateren op volle zee?

Vraag 4

Kan er onduidelijkheid bestaan over bovengenoemde rechtsmacht? Zo ja, waaruit kan die onduidelijkheid bestaan en kan die onduidelijkheid worden weggenomen door een «Status of Forces Agreement» (SOFA) te sluiten?  Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Is het waar dat er bij Vessel Protection Detachments de genoemde SOFA’s meestal ontbreken? Zo ja, waarom ontbreken die meestal? Zo nee, wat is er dan niet waar aan het gestelde?

Vraag 6

Acht u het naar aanleiding van het incident met de Italiaanse militairen verstandig dat Nederlandse militairen die buiten de territoriale wateren betrokken raken bij een incident dat mogelijk een strafbaar feit oplevert voor de kuststaat, de territoriale wateren van die kuststaat niet binnenvaren? Zo ja, waarom en hoe gaat u bewerkstelligen dat dit niet gebeurt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Deelt u de mening dat Nederland zelf zijn eigen militairen zou moeten vervolgen en desnoods berechten indien die militairen buiten Nederland op zee een mogelijk strafbaar feit plegen? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de opvatting van andere landen waar Nederlandse militairen in de buurt zijn om piraterij te bestrijden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Kunt een beeld schetsen over de strafrechtelijke immuniteit van Nederlandse militairen die op zee buiten Nederland actief zijn in de bestrijding van piraterij?

Vraag 9

Kan er onduidelijkheid bestaan over deze strafrechtelijke immuniteit? Zo ja, waaruit kan die bestaan en hoe denkt u dit op te lossen? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Nederlands Juristenblad nr. 33, p. 2287 e.v.

Naar boven