Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het niet afpakken van misdaadgeld door justitie (ingezonden 4 oktober 2012).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Justitie Breda laat tonnen aan claims tegen henneptelers vallen»?1

Vraag 2

Is het waar dat ontnemingsvorderingen van het Openbaar Ministerie (OM) te Breda fors worden verminderd omdat achterstanden weggewerkt moeten worden en discussie over de ontnemingsvordering vaak tot vertraging leidt? Zo ja, waarom gebeurt dat op deze manier? Zo nee, waarom bestaat bij de advocaten wel deze indruk?

Vraag 3

Gebeurt dit in meer arrondissementen? Zo ja, waar? Zijn de redenen van het niet afpakken van misdaadgeld hetzelfde?

Vraag 4

Hoe verhoudt zich deze praktijk tot uw antwoord op eerdere vragen over het plukken van criminele winsten, waarin u stelde dat er forse ambities zijn om meer misdaadgeld van criminelen af te pakken?2

Vraag 5

Bent u van mening dat er in Breda, maar ook op andere plaatsen, voldoende capaciteit en deskundigheid is bij de politie, OM en rechterlijke macht om misdaadgeld altijd af te pakken? Kunt u uw antwoord toelichten? Welke capaciteitsuitbreidingen in de diverse organisatie-onderdelen zijn nog voorzien?

Vraag 6

Ongeacht het antwoord op de bovenstaande vragen en los van de exacte omstandigheden in Breda, zou u het ten principale aanvaardbaar vinden wanneer de  Plukze-vorderingen verminderd zouden worden, bijvoorbeeld om hierover discussie uit de weg te gaan, om zaken versneld af te kunnen doen of vanwege andere efficiency-overwegingen? Of deelt u de mening dat misdaad nooit mag lonen en dat het principieel onjuist zou zijn wanneer niet alles op alles zou worden gezet om het door criminele activiteiten verdiende geld volledig af te pakken? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit uitgangspunt ook in de praktijk te brengen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Recourt en Kuiken (beiden PvdA), ingezonden 4 oktober 2012 (vraagnummer 2012Z16727)


X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, Aanhangsel van de Handelingen, nummer 2913

Naar boven