Vragen van het lid Leijten (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het financiële beleid van zorgverzekeraars en de zorgpremies (ingezonden 27 september 2012).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de uitspraken van de voorzitter van zorgverzekeraar DSW dat de zorgverzekeraars dit jaar winsten maken die «bijna onmaatschappelijk hoog» zijn? Wanneer is er voor u sprake van een onmaatschappelijk hoge winst door zorgverzekeraars? Wilt u uw antwoord toelichten?1

Vraag 2

Hoeveel winst zullen de zorgverzekeraars dit jaar na schatting maken? Met welk getal wordt door u rekening gehouden?

Vraag 3

Hoeveel geld zullen de zorgverzekeraars naar verwachting dit jaar uitgeven aan reclames? Indien u niet over een schatting beschikt, hoe groot was het totale budget aan reclames voor dit jaar?

Vraag 4

Wat is uw reactie op de stelling van voorzitter Rouvoet van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) dat de 20 euro premiestijging waarmee u rekent voor 2013 «een slag in de lucht» is? Hoe verklaart u het verschil tussen de door u genoemde 20 euro en de ruim 100 euro waarvan ZN uitgaat?2

Vraag 5

Wat kunt u ondernemen indien zorgverzekeraars ervoor kiezen om via premieverhoging hun overtollige financiële reserves te vergroten, in plaats van deze te verlagen of maximaal gelijk te houden? Wilt u uw antwoord toelichten?

Vraag 6

Waarom heeft u toegestaan dat zorgverzekeraars jarenlang meer premiegeld konden oppotten dan op grond van solvabiliteitseisen noodzakelijk was? Wilt u uw antwoord toelichten?3

Vraag 7

Deelt u de mening dat de financiële vetzucht van zorgverzekeraars het maatschappelijke draagvlak voor de zorgverzekering ondermijnt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u ondernemen tegen het oppotten van premiegeld?

Vraag 8

Wat gaat u ondernemen om te zorgen dat deze opgepotte zorgmiljarden worden besteed aan zorg, of worden teruggegeven aan de burger? Wilt u uw antwoord toelichten?

Vraag 9

Wat gaat u doen om de publieke verantwoording van zorgverzekeraars te vergroten? Vindt u het een goed idee om jaarverslagen te openbaren, zoals zorginstellingen dat moeten doen? Zo ja, wilt u dit ook met terugwerkende kracht regelen? Zo neen, waarom wilt u geen publieke verantwoording over de premies?

Vraag 10

Erkent u dat, naast winst maken, het oppotten van geld ook de hoogte van salarissen van zorgverzekeraars voor premiebetalers een doorn in het oog zijn? Bent u bereid een grens te stellen om te voorkomen dat er mensen rijk worden van duur betaalde zorgpremies?

Vraag 11

Hoe oordeelt u over de uitvoeringskosten van zorgverzekeraars? Hoe is de verhouding van de uitvoeringskosten van de Zorgverzekeringswet en het ziekenfonds? Hoe verklaart u de stijging van de uitvoeringskosten?

Vraag 12

Wat is uw reactie op apothekers die stellen dat de farmaceutische winsten van zorgverzekeraars worden verklaard door een beleid dat een gezonde bedrijfsvoering van apothekers onmogelijk maakt?4

Vraag 13

Wat is uw oordeel over de stelling dat de marktmacht van zorgverzekeraars zo groot is dat apothekers alleen maar kunnen «tekenen bij het kruisje»? Hoe past dit binnen uw opvatting van marktwerking in de zorg?

Vraag 14

Deelt u de mening dat een apotheek beter via een vast abonnementstarief per patiënt kan worden gefinancierd omdat zij een vaste farmaceutische zorgverlener moet zijn, en geen pillenboer die vooral zijn inkomsten moet halen uit het verstrekken van medicijnen? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Bouwmeester (PvdA), ingezonden 27 september 2012 (vraagnummer 2012Z16332)

Naar boven