Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het verzekeren van de leveringszekerheid van elektriciteit bij een groeiend aandeel duurzaam productievermogen (ingezonden 25 september 2012).

Vraag 1

Zijn de afspraken in Europees1 en nationaal2 verband met betrekking tot de frequentiestabiliteit van het elektriciteitsnetwerk naar uw mening nog toereikend in relatie tot de leveringszekerheid bij een oplopend aandeel duurzame productie?

Vraag 2

Is het waar dat de frequentieslingeringen steeds vaker richting de grenzen van de afgesproken bandbreedte van 200mHz gaan, waardoor het risico op onbeheersbare frequentieslingeringen toeneemt, dat uiteindelijk kan resulteren in het geheel of gedeeltelijk uitvallen van het elektriciteitsnet?

Kunt u dit illustreren aan de hand van statistieken van TenneT en de Europese organisatie van TSO’s (netwerkbeheerders)?

Vraag 3

Welke relatie ziet u tussen de groei van het aandeel duurzame elektriciteit en de problematiek van de grotere frequentieslingeringen?

Vraag 4

Lopen er acties in Europees en nationaal verband voor het oplossen van deze problematiek? Welke en op welke termijn?

Vraag 5

Is het waar dat ten gevolge van de relatief lage kolen- en relatief hoge gasprijs voor het opvangen van frequentieslingeringen vooral (oudere en traag regelbare) kolencentrales worden ingezet, terwijl de meest efficiënte en snel regelbare gascentrales stilstaan? Zo ja, onderschrijft u dat deze uit het oogpunt van regelstrategie, energieverbruik en klimaateffecten uiterst ongewenste brandstofmix het gevolg is van onbedoelde effecten van marktmechanismen?

Vraag 6

Onderschrijft u de conclusie van een recente Eurelectric studie3 dat de problematiek van de frequentieslingeringen verder zal verergeren wanneer een groter deel van Europa overstapt op het open markt systeem?

Vraag 7

Kunt u ingaan op de potentie van de volgende strategieën om perverse effecten van marktmechanismen op frequentieslingeringen te elimineren:

  • bodemprijs voor CO2 in het Europese emissiehandelssysteem;

  • wijziging van de blokgrootte voor de elektriciteitshandel van een uur naar een kwartier;

  • invoering van zwevende blokken (variabele begintijd) voor de elektriciteitshandel;

  • wijziging van de afspraak dat er op nationaal niveau gebalanceerd wordt, in een meer integrale aansturing van de balancering (b.v. samenwerking in dit verband tussen meerdere landen (NL, B, D, DK) , waardoor het minder  voorkomt dat Nederland roterend vermogen opregelt, terwijl Duitsland of een ander deelnemend land tegelijkertijd afregelt;

  • verhoging van de prijs voor beschikbaar (backup)vermogen (nu veelal stilstaand door de hoge gasprijzen), waardoor meer direct beschikbaar draaiende reservecapaciteit beschikbaar is als de zon of de wind wegvalt;

  • verhoging van de bijdrage van windturbines aan het balanceren van het netwerk;

  • betere regie op de ontwikkeling van de brandstofmix (incl. duurzaam) voor elektriciteitsproductie in de verschillende Europese regio’s, in plaats van dit louter aan de markt over te laten.

  • vergroting van het aandeel elektriciteitsgebruik – ook bij midden- en kleingebruikers – dat flexibel ingezet kan worden voor het balanceren van het netwerk?

Vraag 8

Zijn er nationale en Europese studies gedaan naar de kosteneffectiviteit van de verschillende strategieën om de groei van het aandeel duurzame energie in te passen bij een optimale leveringszekerheid? Welke? Hoe denkt u te bevorderen dat de feitelijke ontwikkeling van de elektriciteitsvoorziening zo goed mogelijk aansluit bij het optimaal scenario?


X Noot
1

UTCE

X Noot
2

Systeemcode, artikel: 2.1.5 t/m 2.1.12 en 2.2.25

X Noot
3

Deterministic frequency deviations – root causes and proposals for potential solutions, EURELECTRIC – ENTSO-E Joint Investigation Team, december 2011.

Naar boven