Vragen van het lid Dijkhoff (VVD) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de reactie van de VN-mensenrechtenraad naar aanleiding van de film «Innocence of Muslims» (ingezonden 21 september 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de verklaring van Navi Pillay in haar hoedanigheid als VN Hoge Commissaris voor de rechten van de mens, «Pillay concerned by spreading violence in wake of «malicious and provocative» film»1, en met de verklaring van de Voorzitter van het Europees Parlement Martin Schulz?2

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het feit dat mevrouw Pillay de film «innocence of muslims» betitelt als «provocerend en kwaadaardig» en «meest recente in een serie opzettelijk provocerende daden gericht tegen religie» en dat de de heer Schulz stelt dat dergelijke «godslasterlijke films en verspreiding ervan veroordeeld moeten worden»? Deelt u de mening dat het hier niet gaat om wat iemand van de film vindt, maar om het recht om een dergelijke film te mogen maken in het kader van de vrijheid van meningsuiting, zelfs al zou deze van verwerpelijke aard zijn?

Vraag 3

Deelt u de mening dat juist de Hoge Commissaris voor de rechten van de mens namens de VN primair dient op te komen voor de vrijheid van meningsuiting?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de gewelddadigheden bij protesten tegen de film op zich niet als bewijs kunnen gelden van de bewering dat deze film onder «haatzaaierij» zou vallen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het, mede met het oog op de eerdere Deense cartoons en huidige Franse cartoons, primair aan de lidstaten gezamenlijk is zich namens de EU uit te spreken en niet aan de voorzitter van het Europees Parlement om zonder uitspraak van dat parlement persoonlijke opvattingen over films en cartoons te uiten?

Vraag 6

Heeft u ervan kennisgenomen dat de enige referentie die mevrouw Pillay in haar statement maakt aan vrijheid van meningsuiting is, wanneer zij landen op de mogelijkheid wijst deze te kunnen inperken omwille van «het respect, de rechten en de reputatie van anderen»? Deelt u de mening dat deze bewoordingen alsmede de gehele teneur van de verklaring onevenwichtig gericht zijn op verwerping van de film, begrip voor de protesten en inperking van de vrijheid van meningsuiting?

Vraag 7

Bent u bereid om bij de Verenigde Naties kenbaar te maken dat Nederland prijs stelt op een meer evenwichtige reactie ten aanzien van de recente onlusten waarbij de vrijheid van meningsuiting als uitgangspunt dient?

Vraag 8

Bent u bereid om binnen de Europese Unie aan te dringen op een reactie op de Amerikaanse film en Franse cartoons waarbij de vrijheid van meningsuiting en verwerping van gewelddadig protest centraal staan, evenals de steun aan individuele EU-lidstaten waarvan burgers en diplomaten worden bedreigd?

Naar boven