Vragen van het lid Kortenoeven (Groep Kortenoeven/Hernandez) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de betrekkingen met de Islamitische Republiek Iran (ingezonden 11 september 2012).

Vraag 1

Hoe beoordeelt u het door Canada verbreken van de diplomatieke relaties met de Islamitische Republiek Iran?1

Vraag 2

Heeft het Canadese besluit inderdaad te maken met de steun van Teheran aan het moorddadige Syrische regime en met de Iraanse ophitsing tot genocide op de [inwoners van de] Joodse staat Israel?

Vraag 3

Herinnert u zich eerdere vragen van 3 augustus 2012 (waarvan de beantwoordingstermijn inmiddels ruimschoots is overschreden), over de nieuwe oproep van de president van de Islamitische Republiek Iran tot vernietiging van de Joodse staat Israel, alsmede over mogelijk subversieve activiteiten van Iraanse ambassades in het Westen?2

Vraag 4

Herinnert u zich mijn eveneens eerdere vragen van 27 augustus 2012, over de opdracht van de opperste leider van de Islamitische Republiek Iran, Ayatollah Ali Khamenei, aan de terroristische Quds («Jeruzalem») Divisie, om aanslagen te plegen op Westerse doelen?3

Vraag 5

Bent u inmiddels bereid de diplomatieke relaties met de terroristische Islamitische Republiek Iran te herzien? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wilt u deze vragen, alsmede die van 3 augustus en van 27 augustus jl., voor de duidelijkheid ieder afzonderlijk en per omgaande beantwoorden?


X Noot
2

Schriftelijke vragen 2012Z14872, ingezonden 3 augustus 2012

X Noot
3

Schriftelijke vragen 2012Z15355, ingezonden 27 augustus 2012

Naar boven