Vragen van het lid Van Hijum (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de gevolgen van het vernieuwde jobcoachprotocol (ingezonden 24 augustus 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de brief van de heer B. aan het UWV over de gevolgen van het vernieuwde jobcoachprotocol? 1

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat in het nieuwe protocol is afgesproken dat de begeleiding van cliënten in principe na 3 jaar wordt beëindigd, maar dat er voor mensen die niet zonder begeleiding kunnen een uitzondering wordt gemaakt?

Vraag 3

Kunt u aangeven welke criteria het UWV hanteert om te beoordelen of er terecht een beroep wordt gedaan op de uitzonderingsclausule?

Vraag 4

Klopt het bericht dat het UWV in de praktijk een gemotiveerd beroep op de uitzonderingsclausule nauwelijks honoreert, en dat het gevolg hiervan is dat werkgevers niet meer bereid zijn om wajongeren, die op zich goed functioneren, een vast dienstverband te geven en worden ontslagen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat dit een ongewenst effect is van het jobcoachprotocol, en dat de uitzonderingsclausule moet worden toegepast als er een gemotiveerd beroep op wordt gedaan voor mensen die niet zonder begeleiding kunnen? Zo ja, wilt u dan bewerkstelligen dat het UWV vaker gebruik gaat maken van deze uitzonderingsclausule? Zo neen, welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat mensen die niet zonder begeleiding kunnen worden ontslagen?

Vraag 6

Wat vindt u in dit verband van het voorstel van de heer B. om voor de groep werknemers die een langdurige begeleidingsbehoefte heeft een lump sum beschikbaar te stellen, gebaseerd op gemiddeld 7 tot 8 uur begeleiding per week, zodat persoonlijke ondersteuning mogelijk blijft?


X Noot
1

Trouw, 24 augustus 2012

Naar boven