Vragen van de leden Hamer en Van Dekken (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden op de bouwplaatsen in de Eemshaven (ingezonden 15 augustus 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het feit dat het bedrijf Forklift haar Roemeense werknemers 8,84 euro per uur betaalt bij bouwwerkzaamheden in de Eemshaven?

Vraag 2

Bent u op de hoogte van het feit dat het loon op grond van de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) in de CAO bouwnijverheid een stuk hoger ligt?

Vraag 3

Is het waar dat het de Inspectie SZW niet wordt toegestaan op het CAO-loon te controleren en te sanctioneren wegens een ministeriële richtlijn? Zo ja, wat is hiervoor de reden?

Vraag 4

Bent u ervan op de hoogte dat, hoewel de opdrachtgever en hoofdaannemer bekend zijn met het feit dat de lonen ver beneden het CAO-loon worden uitbetaald, de opdrachtgever en hoofdaannemer niet hebben ingegrepen?

Vraag 5

Bent u bekend met de schatting van de FNV dat bij circa 70% van de werknemers, die werken op de beide bouwplaatsen in de Eemshaven, de CAO op het punt van de beloning niet wordt nageleefd?

Vraag 6

Bent u bekend met het gegeven dat door deze oneerlijke concurrentie er vrijwel geen Nederlandse werknemers ingezet worden op arbeidsintensieve klussen?

Vraag 7

Deelt u de mening dat dergelijke grootschalige onderbetaling ongewenst is? Indien dat niet het geval is, waarom niet?

Vraag 8

Deelt u de mening dat deze onderbetaling hard moet worden aangepakt,  omdat onderbetaling van (buitenlandse) werknemers ongewenst is en omdat de verdringingseffecten van onderbetaling ongewenst zijn?

Vraag 9

Deelt u de mening dat voor het aanpakken van deze onderbetaling controle en sanctionering op het CAO-loon noodzakelijk is? Indien dat niet het geval is, waarom niet?

Vraag 10

Bent u bekend met het feit dat FNV Bondgenoten het afgelopen anderhalf jaar een viertal juridische nalevingsprocedures heeft gestart, waarbij circa 1 050 werknemers betrokken zijn geweest?

Vraag 11

Bent u ervan op de hoogte dat de paritaire nalevingingstanties (SNCU, TBB) op basis van signalen van FNV Eemshaven een tweetal nalevingonderzoeken (waarbij circa 1 000 werknemers zijn betrokken) heeft uitgevoerd en afgerond in een aansprakelijkstelling van de betrokken werkgevers?

Vraag 12

Ben u bekend met het feit, dat in een zevental door FNV Eemshaven aangebrachte cases, waarbij enige honderden werknemers zijn betrokken, dit heeft geleid tot het vaststellen van een gegrond vermoeden van niet-naleving van de CAO?

Vraag 13

Bent u tevens ervan op de hoogte dat in geen van de hierboven benoemde cases een rechterlijk oordeel is geveld?

Vraag 14

Bent u voorts ervan op de hoogte dat gezien de lengte van de juridische procedures de uiteindelijke uitspraak meestal pas zal binnenkomen nadat de werknemers en het betrokken bedrijf weer van de bouwplaats zijn vertrokken?

Vraag 15

Deelt u de mening dat er ook een bestuurlijke aanpak (Inspectie SZW) op CAO-niveau gewenst is om de nalevingsbereidheid te bevorderen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 16

Bent u bekend met de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationale ondernemingen, waarin opdrachtgevers verantwoordelijk worden gehouden voor het gedrag van hun toeleveranciers (onderaannemers en toeleverende uitzendbureaus)?

Vraag 17

Deelt u de mening dat als gevolg van deze OESO-richtlijnen opdrachtgevers moeten toezien op «het niet hanteren van minder gunstige lonen en arbeidsvoorwaarden door toeleveranciers dan van toepassing op vergelijkbare werkgevers in het gastland»?

Vraag 18

Deelt u de mening dat de genoemde OESO-richtlijnen een pro-actieve houding van betrokken opdrachtgevers in het kader van het toezien op het naleven van wet- en regelgeving voorschrijven. Zo nee, waarom niet?

Vraag 19

Bent u ervan op de hoogte, dat de OESO-richtlijnen de lidstaten van de OESO zo nodig naleving van de richtlijnen kunnen afdwingen?

Vraag 20

Deelt u de mening dat de opdrachtgevers zich weinig gelegen laten liggen aan de implicaties van deze OESO-richtlijnen en dat betrokken werkgevers de voor hen bedoelde verantwoordelijkheden in het kader van de CAO-naleving naast zich neerleggen en dat u aanvullende maatregelen dient te nemen om de verantwoordelijkheid van betrokken werkgevers in hun bouwketen te realiseren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 21

Bent u voornemens om deze verantwoordelijkheid in te vullen met nadere maatregelen? Zo ja op welke wijze?

Naar boven