Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het weigeren van medewerking van Nederland aan de veroordeling van een van een pedoseksueel misdrijf verdachte Nederlander in Cambodja (ingezonden 13 augustus 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Pedoseksueel Bas R. in Cambodja voor rechter»?1

Vraag 2

Is deze man eerder in Nederland wegens een pedoseksueel misdrijf veroordeeld?

Vraag 3

Is er vanuit Cambodja een rechtshulpverzoek gekomen? Zo ja, bent u aan dat verzoek tegemoet gekomen? Zo nee, zijn er mogelijkheden dat Nederland ongevraagd rechtshulp verleent aan een land waar een Nederlander van een misdrijf wordt verdacht?

Vraag 4

Hebben Nederlandse justitiële autoriteiten of de Nederlandse vertegenwoordiger in Cambodja contact gehad met de Cambodjaanse autoriteiten over deze zaak? Zo ja, wat was de aard van die contacten en wat was de uitkomst daarvan? Zo nee, kunt en wilt u alsnog contact met de Cambodjaanse autoriteiten opnemen om hen er op te wijzen dat zij een rechtshulpverzoek kunnen doen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat een passieve houding van de Nederlandse autoriteiten in de zaak of in andere zaken, waarbij Nederlanders in andere landen van misbruik van kinderen worden verdacht, niet bijdraagt aan de bestrijding van dergelijk misbruik? Zo ja, welke gevolgen verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening dat Bas R. voor de feiten waarvoor hij in Cambodja wordt verdacht naar Nederlands recht ook in Nederland kan worden vervolgd? Zo ja, kan hij bij eventuele vrijspraak in Cambodja en terugkeer naar Nederland hier worden vervolgd? Deelt u de mening dat, gezien zijn verleden en de berichten uit Cambodja, tenminste nagegaan moet worden of vervolging hier aan de orde dient te zijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Is het mogelijk om, in het geval de man in Cambodja niet wordt gestraft, een internationaal opsporingsbevel tegen hem te doen uit gaan? Zo ja, gaat u daar zorg voor dragen? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Volkskrant 10 augustus 2012

Naar boven