Vragen van de leden Van Bommel en Van Dijk (beiden SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «MBO’s gokken met derivaten» (ingezonden 27 juli 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «MBO’s gokken met derivaten»?1

Vraag 2

Is het waar dat vier grote mbo-instellingen in de afgelopen jaren gespeculeerd hebben met geld dat bestemd was voor huisvesting door risicovolle derivaten af te sluiten? Indien ja, kunt u per mbo-instelling een schatting maken van het financiële risico dat deze opleidingen lopen?

Vraag 3

Hebben bedoelde mbo-instellingen naar uw opvatting met deze speculatie verantwoord gehandeld? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Is het waar dat de kosten voor de afkoop van deze verzekeringen ook deels ten laste kunnen komen voor de rest van de mbo-sector.

Vraag 5

In hoeverre is dit speculatieve gedrag een gevolg van het governance-model dat Colleges van Bestuur grote handelingsvrijheid geeft, terwijl Raden van Toezicht maar beperkte mogelijkheden hebben daadwerkelijk toezicht te houden?

Vraag 6

Deelt u de mening dat de overheid teveel op afstand is komen te staan van de mbo-sector en dat meer toezicht op het financiële beleid door de onderwijsinspectie dringend noodzakelijk is? Indien neen, waarom niet? Indien ja, wat gaat u doen om dit soort speculatief gedrag in de toekomst te voorkomen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Beertema (PVV), ingezonden 27 juli 2012 (vraagnummer 2012Z14765) en van de leden Jadnanansing en Plasterk (beiden PvdA), ingezonden 27 juli 2012 (vraagnummer 2012Z14766)


X Noot
1

De Telegraaf, 27 juli 2012.

Naar boven