Vragen van de leden Van Gerven en Kooiman (beiden SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de minister van Veiligheid en Justitie over controle naleving visserijwet (ingezonden 16 juli 2012).

Vraag 1

Bent u zich bewust van de verwarring die er onder politieagenten en groene buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's) bestaat over de vraag of opsporingsambtenaren nu wel of niet kunnen controleren op de naleving van de bepalingen bij of krachtens de Visserijwet 1963?1

Vraag 2

Klopt het dat dit een negatief effect heeft op de mate van controle op o.a. visstroperij?

Vraag 3

Bent u van mening dat de politie niet aangewezen is als toezichthouder ingevolge de Visserijwet dus derhalve ook geen controle bevoegdheden heeft op grond van de Algemene wet bestuursrecht? Of bent u van mening dat controle wel kan plaatsvinden op grond van artikel 55 van de Visserijwet?

Vraag 4

Hoe gaat u duidelijkheid brengen richting de betreffende politieagenten en groene BOA’s?

Vraag 5

Acht u een wettelijk gedekte controlerende bevoegdheid voor de politie en groene BOA’s betreffende visstroperij noodzakelijk? Zo ja, wilt u het Besluit Aanwijzing Toezichthouders Visserijwet 1963 wijzigen om te bewerkstelligen dat politiebeambten en groene BOA’s ook worden aangewezen als toezichthouders voor de Visserijwet? Zo nee, waarom niet en welke maatregel wilt u dan nemen?

Vraag 6

Wat is de inzet op controle op visstroperij qua menskracht per soort opsporingsambtenaar?


X Noot
1

Dier & Milieu 2012/3.

Naar boven