Vragen van de leden Uitslag en Corüz (beiden CDA) aan de minister en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «In de zorg is fraude oké» (ingezonden 11 juli 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «In de zorg is fraude oké»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de twee zorgbureaus in de Randstad die voor 1 miljoen euro zouden hebben gefraudeerd? Deelt u de mening dat dit een criminele daad is die bestraft zou moeten worden?

Vraag 3

Hoe kan het dat, zo blijkt uit dit artikel, vervolging van zorgfraude geen prioriteit heeft? Deelt u de mening dat alle fraudezaken prioriteit zouden moeten krijgen van het Openbaar Ministerie?

Vraag 4

Bent u bekend met het feit dat het Openbaar Ministerie niet wil ingaan op deze fraudezaken, en dat de Nederlandse Zorgautoriteit alleen een bestuurlijke boete kan opleggen, en er dus geen strafzaak volgt? Zou dat niet anders moeten? Zo ja, op welke manier?

Vraag 5

Vindt u dat zorgkantoren die hun werk doen (verantwoording controleren) door fraude op te sporen erop mogen vertrouwen dat dit een vervolg krijgt door het Openbaar Ministerie?

Vraag 6

Op welke manieren wordt er op dit moment ingezet op de opsporing van fraude, zowel in de langdurige zorg als in ziekenhuizen? Heeft u het idee dat een groot deel van de fraude hiermee opgespoord wordt, of denkt u dat sprake is van «het topje van de ijsberg»?

Vraag 7

Op welke manier bent u van plan de extra uitgetrokken middelen in het Lente-akkoord voor fraudebestrijding met persoonsgebonden budgetten in te  zetten?

Vraag 8

Op welke andere manieren denkt u de fraudebestrijding in de zorg te kunnen intensiveren?

Hoe kan het zijn dat er enerzijds criteria worden ontwikkeld voor verantwoorde zorgverlening, maar als deze worden overschreden er niet kordaat wordt opgetreden door het Openbaar Ministerie?


X Noot
1

Elsevier, In de zorg is fraude oké, 12 mei 2012.

Naar boven