Vragen van de leden Timmermans en Eijsink (beiden PvdA) aan de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over eerherstel voor drie mariniers (ingezonden 8 juni 2012).

Vraag 1

Kent u de zaak van drie mariniers die in april 1948 tot lange gevangenisstraffen zijn veroordeeld omdat zij op 11 augustus 1947 weigerden een kampong in Pakisadji (Oost-Java) in brand te steken?

Vraag 2

Deelt u de mening dat inmiddels voldoende duidelijk is dat het platbranden van die kampong vanuit militaire optiek geen proportionele maatregel was, maar toch vooral een represaillemaatregel? Zo ja, deelt u de mening dat het weigeren van een dienstbevel indien uitvoering van dat dienstbevel een flagrante schending van het (humanitaire) oorlogsrecht zou opleveren, niet alleen een juridische plicht is, maar zelfs een te prijzen opstelling is voor (Nederlandse) militairen? Zo ja, bent u bereid alles in het werk te stellen om voor de drie veroordeelde mariniers, die weliswaar na enige tijd gratie kregen, maar nog steeds geen eerherstel hebben gehad, volledig eerherstel te bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Bent u bereid, zonodig na nader historisch onderzoek, het incident bij Pakisadji, zowel de wijze waarop de bevelen werden uitgedeeld, de wijze waarop de drie mariniers weigerden deze bevelen uit te voeren en de wijze waarop de militaire justitie hiermee is omgegaan, in relevante militaire opleidingen als voorbeeld op te voeren van integer en gewetensvol handelen van individuele militairen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de drie mariniers niet alleen eerherstel verdienen, maar ook als voorbeeld kunnen worden gesteld voor datgene wat wij van onze militairen verwachten en waar wij fier op kunnen zijn? Zo ja, hoe wilt u hieraan concreet inhoud geven, bijvoorbeeld tegenover de drie mariniers of hun nabestaanden? Zo nee, waarom niet?

Naar boven