Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de staatssecretarissen van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de Nederlandse toestemming voor het massaal doden van ganzen met behulp van CO2, terwijl dit in Europa is verboden (ingezonden 31 mei 2012).

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat u het bedrijf Duke Faunabeheer vrijstelling heeft verleend van het verbod op het gebruik van CO2 voor het vergassen van ganzen rondom Schiphol?1

Vraag 2

Hoe verantwoordt u uw besluit om toestemming te verlenen voor het vergassen van ganzen rondom Schiphol met CO2, terwijl de Europese biocidenrichtlijn2, waar de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden uitvoering aan geeft, dit verbiedt?

Vraag 3

Hoe kan het dat het kabinet alles in het werk stelt om financiële Europese afspraken koste wat kost na te komen, maar dat – zodra het regelgeving betreft op het gebied van natuur en dieren – deze regelgeving gewoon aan de kant geschoven wordt omdat het dit kabinet niet uitkomt hieraan te voldoen?

Vraag 4

Kent u de specifieke voorwaarde voor het afwijken van de Europese biocidenrichtlijn conform artikel 15, die stelt dat een lidstaat alleen tijdelijk verboden biociden mag inzetten indien dit noodzakelijk blijkt wegens een onvoorzien, niet op andere wijze te bestrijden gevaar? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoe deze voorwaarde zich verhoudt tot de te voorziene situatie rondom Schiphol, gezien er al jaren signalen zijn dat de populatie ganzen toeneemt in de omgeving van Schiphol en algemeen bekend is dat de inrichting van het landschap rondom Schiphol aantrekkelijk is voor vogels en dit een vergrote kans op vogelaanvaringen met relatief zware vogels oplevert? Hoe kunt u in dit licht spreken van een onvoorzien gevaar, dat niet op andere wijze te bestrijden is? Op basis waarvan negeert u de Europese voorschriften?

Vraag 5

Heeft u de Europese Commissie geïnformeerd over uw beslissing om hun besluit omtrent toelating van CO2 als biocide niet af te wachten? Zo ja, kunt u uiteenzetten of u de Commissie heeft laten weten dat het hier om een «onvoorzien, niet op andere wijze te bestrijden gevaar» gaat en hoe precies uw onderbouwing hiervoor luidde? Zo nee, waarom heeft u de Europese Commissie niet ingelicht?

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat de Europese biocidenrichtlijn vereist dat middelen getoetst moeten worden op het niet veroorzaken van onnodig pijn en lijden, waarbij zal moeten worden onderzocht binnen hoeveel tijd de dood van het dier intreedt en onder welke omstandigheden dat gebeurt? Zo ja, op basis van welke wetenschappelijke onderzoeken omtrent de effecten van biociden op dieren meent u de vereiste toets door de Europese Commissie niet te hoeven afwachten? Vindt u dat ganzen niet onnodig lijden als zij pas na minstens één minuut het bewustzijn verliezen nadat zij snakkend naar adem proberen te vluchten waarbij ze door de stress steeds verder buiten adem raken? Waarom ontbreekt de argumentatie over de dierenwelzijneffecten in uw besluit?

Vraag 7

Kunt u uiteenzetten wat de kosten bedragen van de grootschalige vergassing die u wilt toestaan en wie deze kosten betaalt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Onderschrijft u dat de grote toename in het aantal ganzen in Nederland voornamelijk wordt veroorzaakt door het steeds groter wordende aanbod van zeer eiwitrijk grasland, dat ontstaat door het grootschalig mestgebruik in de landbouw? Zo ja, deelt u de mening dat het niet gerechtvaardigd is om nu grootschalig ganzen te vergassen terwijl uw beleid zelf bijdraagt aan groei van de populatie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Wat vindt u er van dat diverse onderzoeken uitwijzen dat de waterpartijen en landbouwgewassen die nog steeds worden geteeld in de directe omgeving van de luchthaven, de omgeving erg aantrekkelijk maken voor vogelsoorten die het luchtverkeer in gevaar kunnen brengen, terwijl internationale voorschriften3 voorschrijven dat vogelaantrekkende bronnen op en in de omgeving van een luchthaven dienen te worden voorkomen?

Vraag 10

Waarom heeft u niet in een vroeger stadium internationale voorschriften en adviesrapporten in acht genomen en daaruit voortvloeiend preventieve maatregelen getroffen om de ganzen in de omgeving van Schiphol op een diervriendelijke wijze te weren, terwijl er wel degelijk al jaren signalen zijn dat de omgeving een aantrekkende werking op vogels had en de ganzenaantallen toenamen?


X Noot
2

Richtlijn 98/8/EG.

X Noot
3

ICAO Annex 14.

Naar boven