Vragen van de leden Van Dekken en Jacobi (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over plofkippen en het Beter Leven Keurmerk (ingezonden 27 april 2012).

Vraag 1

Kent u het artikel «Wakker Dier jaagt op plofkip»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat een volledige overstap naar kip met Beter Leven sterren (minimaal 1 ster) door A-merken en supermarkten een positieve ontwikkeling zou zijn?

Vraag 3

Kunt u aangeven wat de overheid zou kunnen leren van de campagnes van Wakker Dier, gezien het feit dat zij lijken te kunnen bewerkstelligen waar de Kamer al jaren op aandringt: een snelle verduurzaming van het winkelschap?

Vraag 4

Wie heeft de regierol om de retail (en A-merkfabrikanten) te stimuleren op zo’n kort mogelijke termijn de Beter Leven kenmerk 1-ster kip als minimumnorm in het supermarktschap te positioneren en wat is uw rol hierin?

Vraag 5

Is het waar dat bij het vetmesten van «plofkippen» vele malen meer antibiotica wordt gebruikt dan bij langzamer groeiende rassen als Volwaard en kippen met een Beter Leven kenmerk 1-ster?

Vraag 6

Kunt u een inschatting maken hoeveel reductie in antibioticagebruik bewerkstelligd zou kunnen worden met een overstap van de vleeskuikenindustrie naar een langzamer groeiend ras met een Beter Leven kenmerk 1-ster?

Vraag 7

Kunt u deze reductie bekijken in het kader van uw doelstelling met betrekking tot antibioticareductie die vooralsnog moeizaam tot stand komt? Welk deel van uw doelstelling zou gerealiseerd worden bij een gehele omschakeling van de vleeskuikensector van de huidige gangbare «plofkip» naar een langzamer groeiend ras onder label van het Beter Leven kenmerk 1-ster?

Vraag 8

Is het mogelijk om in een vorm van etiketteringsverplichting op kipproducten of andere communicatie richting consumenten aandacht te besteden aan het extreem en onverantwoord hoge antibioticagebruik van «plofkippen» ten opzichte van langzamer groeiende rassen?

Vraag 9

Kunt u in het licht van de Nota Dierenwelzijn en Diergezondheid, waarin wordt gesproken over «verminderde mobiliteit bij vleespluimvee als gevolg van te snelle groei», aangeven welk percentage gangbare vleeskippen op slachtleeftijd zich niet meer ongestoord normaal kan voortbewegen?2

Vraag 10

Kunt u in het licht van de Nota Dierenwelzijn en Diergezondheid, waarin wordt gesproken over «ongewenste erfelijke gebreken als misstanden van de fokkerij», aangeven of het klopt dat u hieronder ook de gangbare vleeskippen (plofkippen) schaart en deze dus in uw visie een «ongewenst erfelijk gebrek» hebben en u deze typeert als een «misstand»?

Vraag 11

Kunt u een inschatting maken in welk deel van de overheidskantines nog «plofkip» geserveerd wordt?

Vraag 12

Bent u bereid om maatregelen te nemen zodat kantines van overheidsinstanties omschakelen van plofkip naar diervriendelijkere en gezondere kip met Beter Leven kenmerk sterren?


X Noot
1

Algemeen Dagblad 17 april 2012.

X Noot
2

Kamerstuk 28 286, nr. 548.

Naar boven