Vragen van de leden Peters en El Fassed (beiden GroenLinks) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de gebrekkige medewerking van de NAVO bij het onderzoek van de rapporteur van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa naar de omgekomen bootvluchtelingen uit Libië (ingezonden 5 april 2012)

Vraag 1

Bent u bekend met het onderzoeksrapport van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (PACE) «Lives lost in de Mediterranean sea: who is responsible»? dat op 29 maart door de migratiecommissie van de PACE is behandeld en waarvan het voorstel voor de resolutie door deze commissie is overgenomen?

Vraag 2

Hoe oordeelt u over de gebrekkige medewerking van de NAVO, door de rapporteur van de Parlementaire Assemblee niet de gevraagde opheldering te verschaffen? Deelt u de mening dat de NAVO openheid van zaken zou moeten betrachten en volle medewerking zou moeten verlenen aan het onderzoek naar het uitblijven van hulp aan 70 bootvluchtelingen waarvan 63 zijn omgekomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de mening dat er momenteel geen beletsel meer is om de rapporteur van de Parlementair Assemblee toegang te verschaffen tot de gevraagde informatie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Bent u bereid de NAVO en de in het rapport genoemde vlagstaten, waaronder met name Italië en Spanje, ertoe te bewegen deze informatie alsnog beschikbaar te stellen aan de rapporteur, waaronder met name: a) de positie van de militaire schepen gedurende de periode dat de vluchtelingenboot midden in een NAVO-operatie in de Middellandse Zee dobberde, in elk geval binnen een actieradius van 100 mijl rond de locatie van de boot, zoals gereconstrueerd in het rapport; b) de registraties van de communicatie van de in het rapport genoemde schepen met het NAVO-hoofdkwartier en de Italiaanse grenswacht, van de bewegingen van die schepen en van de op die schepen gestationeerde helikopters? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Waarom heeft naar uw mening de NAVO, die vanaf 31 maart het commando had over het zeegebied waarin de vluchtelingenboot zich bevond, en met veel schepen en luchtmacht aanwezig was, geen redding geboden na de noodmelding van de Italiaanse kustwacht aan het NAVO-hoofdkwartier?

Vraag 6

Wist Nederland, als deelnemer aan Unified Protector, van de noodmelding van het Italiaanse Maritime Rescue Coordination Centre? Wanneer hoorde u voor het eerst van de noodmelding?

Vraag 7

Op welke wijze is er binnen de alliantie voorafgaand aan of tijdens de operatie gesproken over mogelijke consequenties van de NAVO-missie Unified Protector voor vluchtelingenstromen, met name over zee? Zijn hierover afspraken gemaakt en zo ja, welke?

Vraag 8

Hoe luidt de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de NAVO, deelnemende bondgenoten en andere betrokken landen met betrekking tot search and rescue acties in gebieden waar een NAVO-operatie loopt? Hoe zou die naar uw mening moeten luiden?

Vraag 9

Deelt u de mening dat de Italiaanse grenswacht NAVO- en andere militaire schepen niet afzonderlijk kon benaderen bij gebrek aan kennis over de locatie van die schepen en dat het NAVO-hoofdkwartier de coördinatie- en informatietaak van Italië daarom had moeten overnemen? Zo nee, waarom niet?

Naar boven