Vragen van het lid Smilde (CDA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat Europa de bijzondere positie van de Nederlandse zorgverzekeraar in het verzekeringsstelsel erkent (ingezonden 3 april 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Zorgverzekeraar haalt opgelucht adem in EU»1 waarin wordt beschreven dat Europa de bijzondere positie van de Nederlandse zorgverzekeraar in het verzekeringsstelsel erkent?

Vraag 2

Deelt u, net als de zorgverzekeraars, de mening dat het een stap in de goede richting is dat het Europees Parlement heeft aangegeven voor de Nederlandse zorgverzekeringsmarkt een uitzondering te wensen?

Vraag 3

Is het waar dat nu over de exacte invulling van die uitzonderingspositie in Europees verband verder moet worden onderhandeld? Zo ja, wat zal dan de inzet zijn van het kabinet bij die onderhandelingen over de concrete invulling van de nieuwe solvabiliteitseisen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat elke zorgeuro zo goed mogelijk besteed moet worden? Kunt u aangeven hoe wordt gewaarborgd dat er door een verdere solvabiliteitsopslag niet onnodig geld op de plank moet blijven liggen, waardoor dat (mogelijk) resulteert in een verhoging van de premie?

Vraag 5

Kan het ook zo zijn dat het nu voor nieuwe toetreders aantrekkelijker wordt om toe te treden tot de Nederlandse markt?

Vraag 6

In hoeverre moet De Nederlandsche Bank (DNB) nu bevoegdheden – bijvoorbeeld met betrekking tot het stellen van solvabiliteitseisen – overdragen aan de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA)? Heeft EIOPA naar uw inschatting voldoende kennis in huis om de Nederlandse markt te beoordelen?


X Noot
1

Telegraaf, 21 maart 2012, Zorgverzekeraar haalt opgelucht adem in EU.

Naar boven