Vragen van de leden Peters (GroenLinks), Pechtold (D66) en Timmermans (PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over intensivering van de bilaterale relatie met Israël (ingezonden 23 maart 2012).

Vraag 1

Wat is uw beoordeling van het bezoek van de Israëlische premier Netanyahu aan Nederland in januari jl.? Wat waren uw doelstellingen voor dit bezoek en zijn deze gehaald?

Vraag 2

Kunt u een volledig overzicht geven van de bilaterale afspraken die tijdens het bezoek zijn gemaakt, in het bijzonder ten aanzien van de intensivering van de Nederlands-Israëlische betrekkingen?

Vraag 3

Is het waar dat de intensivering van deze betrekkingen geformaliseerd wordt via een bilaterale samenwerkingsovereenkomst, die de Nederlandse en Israëlische regeringen de komende maanden zullen uitwerken? Zo ja, kunt u aangeven hoe deze overeenkomst tot stand komt, welke status en elementen zij zal hebben en wanneer zij ondertekend zal worden?

Vraag 4

Bent u bereid deze samenwerkingsovereenkomst met de Kamer te delen voordat zij ondertekend en van kracht wordt? Zo neen, waarom niet?

Vraag 5

Zijn er naast deze overeenkomst andere bilaterale overeenkomsten die in het kader van de intensivering van de betrekkingen gesloten worden?

Vraag 6

Bent u bereid de agenda en doelstellingen van de eerste Nederlands-Israëlische Samenwerkingsraad met de Kamer te delen? Kunt u aangeven wie hier van Nederlandse zijde bij aanwezig zal zijn?

Vraag 7

Welke concrete en bindende afspraken heeft u met de Israëlische regering gemaakt – of zult u maken – om te voorkomen dat bedrijven en instellingen die in nederzettingen zijn gevestigd kunnen deelnemen aan samenwerkingsactiviteiten die voortvloeien uit de intensivering?

Vraag 8

Bent u bereid om juridisch advies in te winnen omtrent het risico dat bedrijven en instellingen in nederzettingen bij samenwerkingsactiviteiten betrokken raken die uit de intensivering voortvloeien? Mocht u reeds juridisch advies ter zake hebben ontvangen, zou u dat met de Kamer willen delen?

Vraag 9

Zal de intensivering een mensenrechtencomponent hebben? Zo ja, waar bestaat deze uit? Zo neen, waarom niet?

Vraag 10

Bent u bereid deze vragen afzonderlijk te beantwoorden, vóór het algemeen overleg over het Mensenrechtenbeleid op 11 april a.s?

Naar boven