Vragen van het lid Slob (ChristenUnie) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over een voorlopige voorziening aangaande de spieringvisserij (ingezonden 19 maart 2012).

Vraag 1

Is het waar dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zondag 18 maart 2012 via een mondelinge uitspraak de Natuurbeschermingswetvergunning voor spieringvisserij met onmiddellijke ingang heeft geschorst en dat hierover dinsdag 20 maart 2012 een zitting plaats vindt bij de Raad van State?

Vraag 2

Is het waar dat in artikel 13 van deze vergunning wordt gesproken over een geldigheid van de vergunning gedurende maximaal drie weken te rekenen vanaf de tweede dag na de in artikel 1 van het Openstellingsbesluit spieringvisserij 2012 genoemde startdatum, met uitzondering van de in die periode gelegen zaterdagen en zondagen?

Vraag 3

Is het waar dat er in dit Openstellingsbesluit wordt gesproken over de periode 19 maart tot en met 8 april 2012 waardoor er in de vergunning effectief sprake is van een vergunningsperiode van drie weken min twee dagen die pas op 21 maart 2012 ingaat?

Vraag 4

Is het waar dat er in het verleden in het Openstellingsbesluit terugwerkende kracht werd geregeld tot het moment dat op grond van de proefvisserij de openstelling gerechtvaardigd zou zijn en dat dit moment dit jaar 14 maart 2012 was?

Vraag 5

Waarom is er dit jaar niet gewerkt met terugwerkende kracht waardoor de Raad van State deze voorlopige voorziening heeft getroffen en de vissers op het laatste moment niet mochten uitvaren?

Vraag 6

Bent u bereid alsnog te bewerkstelligen dat de vergunning geldig wordt voor de volle drie weken?

Vraag 7

Bent u bereid deze vragen voor dinsdag 20 maart 13.00 uur te beantwoorden?

Naar boven