Vragen van de leden Bashir en Paulus Jansen (beiden SP) aan de staatssecretaris van Financiën over de fiscale behandeling van waterwoningen (ingezonden 15 maart 2012)

Vraag 1

Kunt u toelichten wat de uitspraak van de Hoge Raad1 betekent voor de fiscale behandeling van waterwoningen en hierbij ingaan op de volgende punten: overdrachtsbelasting, hypotheekrenteaftrek, eigenwoningforfait, onroerende zaakbelasting, vermogensrendementsheffing bij gebruik als hoofdwoonverblijf dan wel als tweede woning?2

Vraag 2

Kan aan de hand van een rekenvoorbeeld voor een villa van € 500 000 en een watervilla van € 500 000 worden toegelicht wat het netto-effect is voor bovengenoemde belastingen c.q. aftrekmogelijkheden bij gebruik als hoofdwoonverblijf of als tweede woning?

Vraag 3

Hoeveel waterwoningen zijn op 1 januari 2012 in Nederland in gebruik? Wat is de totale waarde van deze woningen? Hoeveel van deze woningen worden gebruikt als tweede woning?

Vraag 4

Hoeveel belastinginkomsten hebben het Rijk en gemeenten in 2012 gederfd doordat waterwoningen anders behandeld worden dan gewone woningen?

Vraag 5

Zijn er verschillen tussen de fiscale behandeling van woonboten en van waterwoningen? Welke?

Vraag 6

Kunt u motiveren waarom de fiscale behandeling van de bewoners van waterwoningen zou moeten verschillen van die van gewone woningen?

Vraag 7

Indien dit verschil ongewenst is, welke actie gaat u ondernemen om deze ongewenste verschillen weg te nemen? Meer specifiek, kan een wijziging van het eerste lid van artikel 1 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek deze maas in de wet dichten?


X Noot
1

Hoge Raad 09-03-2012, 11/01761, V-N 2012/637.

X Noot
2

Telegraaf, 13 maart 2012, Raad schrapt boete voor kopen drijfvilla.

Naar boven