Vragen van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie) aan de minister vanSociale Zaken en Werkgelegenheid over de gevolgen van de wijziging van de ingangsdatum van het AOW-ouderdomspensioen naar de dag van de verjaardag (ingezonden 8 maart 2012).

Vraag 1

Heeft u ook signalen ontvangen dat meerdere vroegpensioenregelingen niet zijn aangepast aan de wijziging van de ingangsdatum van het AOW-ouderdomspensioen naar de dag van de verjaardag? Kunt u een actueel overzicht geven van het aantal aangepaste en niet aangepaste vroegpensioenregelingen? Hoeveel mensen maken gebruik van de vroegpensioenregelingen die nog niet zijn aangepast?

Vraag 2

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat mensen die een vroegpensioenregeling hebben, worden geconfronteerd met een inkomensgat tussen het einde van de vroegpensioenregeling en het begin van de AOW-uitkering, terwijl zij dat niet van te voren niet wisten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Kunt u aangeven waarom de prepensioenfondsen geen gebruik maken van de financiële buffer waarover zij beschikken om tot een oplossing te komen? Heeft de korte voorbereidingstijd voor de prepensioenfondsen hierbij een rol gespeeld, of bent u nog steeds van mening dat de voorbereidingstijd voldoende was? Z ja, welke redenen heeft u dan om aan deze opvatting vast te houden?

Vraag 4

Waarom heeft u om de huidige problemen te voorkomen niet direct afspraken met de prepensioenfondsen gemaakt ten aanzien van de vroegpensioenregelingen? Verwacht u dat de prepensioenfondsen binnenkort alsnog zelf tot een oplossing zullen komen voor mensen met een vroegpensioenregeling? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u bereid om op korte termijn het gesprek aan te gaan met prepensioenfondsen om tot een oplossing te komen en de Kamer hierover te informeren? Zo nee, waarom niet? Overweegt u dan andere maatregelen en om welke maatregelen gaat het dan hierbij?

Naar boven