Vragen van de leden Peters (GroenLinks) en Jasper vanDijk (SP) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de optelsom van bezuinigingen op cultuur (ingezonden 28 februari 2012).

Vraag 1

Kunt u aangeven hoeveel er door Rijk, provincies en gemeenten gezamenlijk in totaal wordt bezuinigd op cultuur, uitgesplitst naar gemeente en uitgesplitst naar sectoren? Zo nee, bent u bereid dat te onderzoeken?

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel instellingen worden gesubsidieerd door rijk, provincies of gemeenten? Is inzichtelijk bij welk soort instellingen de grootste klappen vallen door de bezuinigingen op cultuur? Zo nee, bent u bereid dat te onderzoeken?

Vraag 3

Is inzichtelijk wat het effect zal zijn van de optelsom van bezuinigingen op de doelstellingen van het cultuursubsidiebeleid, waaronder talentontwikkeling? Zo nee, bent u bereid dat te onderzoeken?

Vraag 4

Is inzichtelijk wat het effect zal zijn van de optelsom van bezuinigingen op zaken als het aanbod van kunst en cultuur, de bezoekersaantallen, het aantal beoefenaars van amateurkunst, de mate waarin kinderen en jongeren met kunst en cultuur in aanraking komen en de werkgelegenheid? Zo nee, bent u bereid dat te onderzoeken?

Vraag 5

Wat is de verwachting ten aanzien van extra giften als gevolg van de Geefwet?

Vraag 6

Is inzichtelijk wat het effect van het totaal aan maatregelen is op de inkomsten van de overheid? Leveren de maatregelen, zoals het verhogen van de btw en het afschaffen van de wet Werk en inkomen kunstenaars (WWIK), op wat het kabinet verwacht te besparen? Wat zijn de verwachte effecten van overige kostenmaatregelen zoals die voor frictie- en transitiekosten? Zo nee, bent u bereid dat te onderzoeken?

Vraag 7

Deelt u de mening dat informatie over de optelsom van bezuinigingen en de effecten daarvan op het maatschappelijk aanbod en de inkomsten van de overheid noodzakelijk is om effectief het beleid te kunnen controleren? Deelt u de mening dat het overheidsbeleid direct en indirect effect heeft op de financiële positie van de sector, gelet op het feit dat een groot deel van de culturele infrastructuur is gebouwd op co-financiering, samenwerkingsverbanden en derde-geldstromen? Hoe kan er een goede afweging worden gemaakt als de gevolgen van bezuinigingen op de drie overheidsniveaus, plus het teruglopen van de sponsorinkomsten, de btw-verhoging, de opheffing WWIK en andere maatregelen (waaronder de Geefwet) niet geschetst kunnen worden?

Naar boven