Vragen van de leden Gesthuizen (SP), Schouw (D66), Samsom (PvdA), Dibi (GroenLinks) en Voordewind (ChristenUnie) aan de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel over de uitzetting van een Georgisch gezin (ingezonden 20 februari 2012).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat het 17-jarige meisje Nia na tien jaar wordt teruggestuurd naar Georgië?1

Vraag 2

Is het waar dat de moeder van Nia een ernstig ongeluk heeft gehad en daardoor blijvend invalide is? Bent u van mening dat de noodzakelijke medische zorg in Georgië aanwezig en voor haar daadwerkelijk toegankelijk is?

Vraag 3

Is het waar dat er twee asielprocedures zijn gevoerd en één procedure op medische gronden? Hoe lang heeft elke procedure geduurd en hoe komt het dat dit gezin pas na tien jaar plotseling toch feitelijk wordt uitgezet?

Vraag 4

Is het waar dat in de eerste asielprocedure zes jaar na de uitspraak in beroep pas uitspraak is gedaan in hoger beroep? Zo ja, wat was daar de reden van? Deelt u de mening dat het belang van het kind in deze zaak niet gediend is met een dergelijke vertraging?

Vraag 5

Is het waar dat de vader getuige is geweest van een politieke moord gepleegd door de machthebbers die op dit moment aan de macht zijn in Georgië?2 Waarom denkt u dat deze man geen gevaren en veiligheidsrisico’s loopt bij terugkeer?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het niet in het belang van het kind is dat deze wordt teruggestuurd naar een land waarvan het de taal niet machtig is en het daardoor een achterstand zal oplopen in de ontwikkeling en dat dit in dit specifieke geval nog een grotere impact zal hebben wegens de dyslexie van Nia?2 Zo ja, waarom acht u haar terugkeer toch aanvaardbaar? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Hoeveel waarde hecht u aan een perfect geïntegreerde minderjarige vreemdeling die met zijn of haar opleiding een goede kans heeft op de Nederlandse arbeidsmarkt en een waardevolle toevoeging zal zijn aan de Nederlandse kenniseconomie?

Vraag 8

Bent u bereid om de familie niet uit te zetten, zolang deze vragen nog niet zijn beantwoord?

Vraag 9

Bent u tevens bereid, mocht u deze vragen vanwege een mogelijk vertrouwelijk karakter niet in het openbaar kunnen beantwoorden, uw antwoorden in een vertrouwelijke brief naar de Kamer te sturen?

Naar boven