Vragen van het lid Ormel (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het plaatsen van Boko Haram op de lijst van terroristische organisaties van de EU (ingezonden 16 januari 2012).

Vraag 1

Wat is uw analyse over het toenemende geweld tegen Christenen door Boko Haram zoals blijkt uit de artikelen «Bloody Christmas»1 en «Zeker acht doden bij aanslag op bar in Nigeria»?2

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel mensen exact om het leven zijn gekomen tijdens de eruptie van sektarisch geweld rond de feestdagen in Nigeria?

Vraag 3

Kunt u aangeven wat de actuele situatie is met betrekking tot de honderden gevluchte christenen in het Noorden van Nigeria, die op de vlucht zijn geslagen nadat tientallen mensen waren omgekomen door een serie aangeslagen gepleegd door aanhangers van de Boko Haram groepering? Kunt u eveneens aangeven in hoeverre er sprake is van vergeldingsacties op de Moslimgemeenschap?

Vraag 4

Kunt u een analyse geven van de Boko Haram groepering die de laatste tijd steeds nadrukkelijker van zich laat horen en verantwoordelijk is voor het oplaaien van het geweld in Nigeria? Deelt u de mening dat Nigeria internationale steun nodig heeft om de groeiende invloed van Boko Haram tot stilstand te brengen?

Vraag 5

Bent u bereid om in EU verband te pleiten voor het toevoegen van Boko Haram aan de lijst van terroristische organisaties?

Vraag 6

U heeft in het voorjaar van 2011 aangegeven3 dat de Nederlandse ambassade in de contacten met de Nigeriaanse overheid actief aandacht vraagt voor de geweldsescalatie in Nigeria en ook binnen de EU en de VN aandacht blijft geven aan de zorgwekkende situatie; kunt u aangeven in hoeverre dit is bereikt?

Vraag 7

Door welke Islamitische regeringsleiders is het geweld in Nigeria veroordeeld? Heeft ook de Organisation for Islamic Cooperation (OIC) het geweld veroordeeld?


X Noot
1

The Economist van 27 december 2011.

X Noot
2

de Volkskrant van 11 januari 2012.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, nr. 2965, vergaderjaar 2010–2011.

Naar boven