Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Ormel (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over onregelmatigheden bij de Egyptische verkiezingen (ingezonden 13 december 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van onregelmatigheden bij de Egyptische verkiezingen, zoals het campagnevoeren en «adviseren» voor stemlokalen, wat vooral door de Moslimbroederschap en Salafisten wordt gedaan?1

Vraag 2

Zijn bij u nog andere onregelmatigheden bekend? Kunt u bevestigen dat deze handelingen strijdig zijn met de Egyptische kieswet en voorts met de internationale richtlijnen zoals ook door het Carter instituut worden gehanteerd? Hoe verhouden deze onregelmatigheden zich tot artikel 25 lid b van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten? Bent u van mening dat deze praktijken de uitslag van de verkiezingen hebben beïnvloed?

Vraag 3

Heeft u, al dan niet in samenspraak met uw EU-collega’s, protest aangetekend bij uw Egyptische collega? Zo nee, bent u bereid dat alsnog te doen?

Vraag 4

Bent u ervan op de hoogte dat de 2e fase 14 december aanstaande aanvangt en de 3e fase op 3 januari? Bent u in dit kader bereid, al dan niet in samenspraak met uw EU-collega’s, bij de Egyptische autoriteiten op strenge handhaving aan te dringen? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Zie o.a. «Lange rijen voor stemlokalen Caïro», http://www.nu.nl/algemeen/2679336/lange-rijen-stemlokalen-cairo.html, 27 november jl. & «Egypt’s Muslim Brotherhood wins votes though organization, promises to poor in Egypt vote», the Washington Post, 30 november jl.

Naar boven