Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over mogelijkheden tot het verlagen van het aantal dierproeven 1 december 2011 (ingezonden 5 december 2011).

Vraag 1

Wat vindt u van de kritiek van prof.dr. H. Schellekens betreffende het gebrek aan voorspellend vermogen van testen op proefdieren en de huidige, verouderde methoden voor de ontwikkeling van alternatieven voor proefdieronderzoek?1

Vraag 2

Hoe staat u tegenover de nieuwe manier van risicobeoordeling die gericht is op de aandoeningen of gezondheidsschade bij de mens die men wil voorkomen, tegenover het verouderde kader waarin de werking van een stof in dieren, zoals bijvoorbeeld naar voren gebracht in het rapport «Het proefdier voorbij»2 en welke stappen neemt u om dit toe te passen en te bevorderen?

Vraag 3

Zijn er al proeftuinen gerealiseerd waar ondernemers, wetenschap en overheid zich volgens het concept van «Het proefdier voorbij» richten op productontwikkeling van risicotesten die niet langer dierexperimenteel onderzoek nodig hebben?

Vraag 4

Welke maatschappelijke organisaties zijn betrokken bij de proeftuinen en het topsectorenbeleid?

Vraag 5

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg over dierproeven op 8 december 2011?


X Noot
1

Het Financieele Dagblad, 21 november 2011

X Noot
2

Proefdiervrij, Adviesrapport «Het proefdier voorbij, topsectorplan gezondheidsbescherming», http://www.proefdiervrij.nl/hetproefdiervoorbij

Naar boven