Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over stopzetten richtlijn drang en dwang Geestelijke Gezondheidszorg GGZ (ingezonden 29 november 2011).

Vraag 1

Deelt u de mening dat er nog teveel drang en dwang wordt toegepast in de (jeugd) GGZ?

Vraag 2

Stelt het u teleur dat het terugdringen van drang en dwang langzaam gaat, langzamer dan het veld zelf aankondigde? Wilt u de meest recente cijfers aan de Kamer sturen?

Vraag 3

Staat u nog steeds achter de toezegging van uw ambts voorganger in 2008 dat er een multidisciplinaire richtlijn drang en dwang moet komen, die ervoor moet zorgen alleen in uiterste nood drang en dwang toe te passen?

Vraag 4

Ziet u nog steeds de grote noodzaak in van de implementatie van een richtlijn, omdat het de kwaliteit en veiligheid van zorg vergroot en drang- en dwangmaatregelen terugdringt?

Vraag 5

Herinnert u zicht, aangezien de richtlijn er in juni 2011 nog steeds niet was, dat de motie- Bouwmeester1 is ingediend, die het kabinet oproept de multidisciplinaire richtlijn drang en dwang te ontwikkelen? Waarom neemt u geen regie bij de totstandkoming hiervan?

Vraag 6

Waarom schrijft u de Kamer2 dat het veld niet wil betalen, en dat er daarom geen multidisciplinaire richtlijn komt? Hoe ziet u de verantwoordelijkheidsverdeling? Waarom maakt u verschil met uw voorgangers?

Vraag 7

Deelt u de grote zorgen voor de patiënten, nu de ontwikkeling van de richtlijn stil ligt?

Vraag 8

Waarom is er sinds oktober 2008 toegezegd door u en het GGZ-veld dat deze belangrijke richtlijn er komt, terwijl er nog steeds niets ligt? Bent u bereid de regie te nemen en te zorgen dat het veld gezamenlijk aan de slag gaat om de multidisciplinaire richtlijn zo snel mogelijk op een goede wijze te implementeren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Wilt u deze vragen beantwoorden voor het Algemeen Overleg van 15 december 2011?


X Noot
1

Kamerstuk, 30 492 nr. 48.

X Noot
2

Kamerstuk, 30 492 nr. 55.

Naar boven