Vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de effectiviteit van investeringen in R&D (ingezonden 15 november 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het proefschrift van dr. P. Donselaar over innovatie en arbeidsproductiviteit?1

Vraag 2

Hoe waardeert u de conclusie dat één euro extra investeren in het stimuleren van Research en Development (R&D) een groei van het bruto binnenlands product met minstens 10 euro op kan leveren?

Vraag 3

Hoe waardeert u de conclusie dat de multiplier van extra fiscale R&D-stimulering lager is dan de multiplier van overige overheidsfinanciering?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het proefschrift laat zien dat meer overheidsinvesteringen in kennis en innovatie zichzelf ruimschoots terugverdienen?

Vraag 5

Bent u bereid u binnen het kabinet sterk te maken voor extra investeringen in kennis en innovatie zodra daarvoor de mogelijkheid bestaat?

Vraag 6

Wat vindt u van de suggestie van de auteur om naast de bestaande Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) een incrementele R&D-faciliteit in te voeren, omdat de multiplier bij de laatste hoger is?

Vraag 7

Deelt u de constatering van de auteur dat Nederlandse bedrijven steeds meer R&D uitvoeren in het buitenland, terwijl dat andersom in veel mindere mate het geval is? Bent u bereid via het bedrijfslevenbeleid R&D-uitgaven van buitenlandse bedrijven in Nederland te stimuleren? Zo ja, hoe?

Vraag 8

Bent u bereid de auteur van het proefschrift te betrekken bij het beantwoorden van deze vragen?


X Noot
1

Donselaar, P; Innovatie en productiviteit: het Solow-residu ontrafeld; proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam; november 2011.

Naar boven